3. DE LICHTMEETDIENST. door Th. J. HEITINK, Eerste Luitenant der Artillerie. (met 3 figuren). Met dit artikel wordt beoogd in groote lijnen een schets te geven van het ontstaan, de taak en de organisatie van den licht- meetdienst. Wat de organisatie betreft, zullen wij ons geheel houden aan die, voorloopig voorgesteld bij het Nederlandsche Leger. Aangezien de gegevens voor de organisatie ons sedert October 1928 zijn verstrekt geworden, bestaat de mogelijkheid, dat sindsdien veranderingen zijn aangebracht. Uit den aard der zaak zal dit geenszins invloed hebben op hetgeen door ons besproken zal worden, aangezien de Neder landsche organisatie zich moet aanpassen aan moederlandsche verhoudingen en toestanden, welke van geheel anderen aard kunnen zijn, dan die in onze gewesten. Daar onze peildienst, zooals voorgeschreven in het Voorloo pig Voorschrift voor den Verkennings- en den Verbindingsdienst bij de Artillerie (V. V. V. D. A.), in principe hetzelfde doel na streeft als de lichtmeetdienst, zullen tevens verschillende punten uit dit voorschrilt worden besproken en wel speciaal die punten, welke betrekking hebben op den verkenningsdienst, aanvangen de met het punt 52, dat luidt: „Indien de omstandigheden vol doenden tijd laten tot voorbereiding van den aanval op een verdedigende stelling of tot inrichting van een te verdedigen stelling en de verkenningsdienst der St. A. beschikbaar is, zal de A. C. alle bij de artillerie beschikbare verkenningsorganen met hun technische hulpmiddelen vereenigen tot een verkennings dienst, welken hij zoo noodig stelt onder leiding van een hoofd officier of kapitein, die als H. A. V. D. onder zijn onmiddellijk bevel staat. Hij zal daarbij overwegen hoeveel dier verkennings organen ter rechtstreeksche beschikking van de commandanten der verschillende eenheden blijven". Het is ons meerdere malen gebleken, dat wanneer men bij de bestudeering van het V. V. V. D. A. is aangeland tot het punt 52, het boekske als regel terzijde wordt gelegd. 1058

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 34