Teneinde de gelijktijdige meting te kunnen toepassen, behooren alle posten onderling te zijn verbonden. In de meetcentrale worden de meldingen van de posten ver werkt. In punt 61 van het V. V. V. D. A. wordt zoowel de taktische- als de technische opstelling van de peilposten besproken. Voor wat de technische opstelling betreft, lezen we: „Voor eiken post is een getrianguleerd punt in het terrein (bij voorkeur zij- of achterwaarts gelegen) aangewezen als vast richtpunt. De lijn, loopende over den post en het vaste richtpunt noemt men de m e e 11 ij n van den post". In de eerste alinea staat imperatief voorgeschreven, dat een getrianguleerd punt als vast richtpunt wordt aangewezen. In vele gevallen, en vooral in de bedekte Indische terreinen, zal het aanwijzen van een getrianguleerd punt een utopie zijn. Zijn dus noch getrianguleerde- of andere, daarvoor in aanmer king komende punten in het terrein aanwezig, dan zal het geogra fisch noorden als meetlijn moeten worden gebruikt. Dus evenals bij den lichtmeetdienst. De inventaris van het beschikbare materieel, zooals beschreven in de punten 67 en 69, mist echter een magnetisch instrument. Volgens mijn bescheiden meening mag echter een dergelijk instrument, om bovenvermelde redenen, niet ontbreken bij de uitrusting. Daar het Leger momenteel reeds beschikt over den bous- solehoekmeter, een zeer zuiver instrument, dat met de mag neetnaald een aflezing tot 1 °/00 mogelijk maakt, terwijl naar omstandigheden het instrument eveneens als hoekmeetinstrument kan worden gebruikt, zou het een groote aanwinst zijn, indien de inventaris van den peiler hiermede verrijkt werd. Mocht ten behoeve van den peildienst tot aanschaffing van deze instrumenten worden overgegaan, dan zou het wenschelijk zijn het toestel te voorzien van een kijker met twee oogglazen, van een ruim gezichtsveld en van een minstens achtmalige vergrooting. In punt 100 van het V. V. V. D. A. lezen we verder„Meldt het peilbericht, „directe waarneming mogelijk", dan is de ligging van het doel voldoende vastgelegd om het onder vuur te nemen en zal het H. A. V. D. dit doel rapporteeren als boven aangegeven, waarbij enz." Uit deze alinea blijkt, dat het H. A. V. D. een doel als „vast verkend" rapporteert uit de peiling van slechts één post, terwijl als maatstaf voor de nauwkeurigheid van de doelsbepaling wordt genomen een voldoend vastgelegde ligging. Wat wordt verstaan onder een voldoend vastgelegde ligging? Voor welke waarnemingsafstanden en voor welke doelen dient deze maatstaf, is dit voldoende zijn te beoordeelen door het H. A.V. D. door middel van één enkelen peilcommandant 1066

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 44