In een verdedigende stelling wordt zij meer achterwaarts ge
plaatst, opdat buiten werking stellen niet reeds onmiddellijk
geschiedt bij eenig terreinverlies.
De meetcentrale wordt zoo dicht mogelijk bij verkeerswegen
of in de nabijheid van een verbindingspost opgesteld, teneinde
een goede samenwerking en snelle uitwisseling van berichten te
verzekeren.
Indien mogelijk wordt in de eerste plaats gebruik gemaakt
van overdekte ruimten.
In de meetcentrale worden de gegevens van de lichtmeetposten
verwerkt. Hiervoor beschikt de centrale o. a. over de volgende
instrumenten.
1. Het lichtmeetplanchet.
Het lichtmeet- of constructieplanchet is voorzien van een werk
kaart 1 10.000. Deze werkkaart is voorzien van de noodige
ruitverdeelingen, terwijl de coördinaten van de posten worden
ingeprikt.
Evenwijdig aan de randen van het planchet wordt voor eiken
post een randverdeeling aangebracht in %o. De getallen worden
bij de verdeelingen geschreven, uitgaande van de noordlijn van
den post (zie fig. 2).
Deze randverdeelingen worden alleen aangebracht over het
gedeelte, overeenkomende met de waarnemingsstrook van den
betrokken post.
De waarnemingsstrook zal in het algemeen niet grooter zijn
dan 90°. De plaatsen van de posten worden zoodanig uitgezet,
dat een zoo groot mogelijk deel van de werkkaart voor doelsbe-
paling kan worden gebruikt.
Teneinde bij het uitzetten van de metingen vergissingen te
voorkomen, worden de randverdeelingen in verschillende kleuren
uitgevoerd. De plaats van den post wordt voorzien van een
gekleurd cirkeltje, overeenkomende met de kleur van de bij dien
post behoorende randverdeeling.
De posten worden aangeduid met de kleur van het cirkeltje
of de randverdeeling b.v. post rood, post groen enz.
De kleuren worden zoodanig gekozen, dat bij lamplicht geen
verwarring mogelijk is.
Ontbreekt de tijd voor het aanbrengen van de randverdeelingen,
dan wordt voorloopig voor eiken post een papieren boog, voor
zien van verdeelingen, gebruikt; c. q. bezigt men een tabel.
De papieren bogen worden op het planchet met punaises
vastgezet, met het midden van den boog door de noordlijn van
den post.
Opdat de bogen van de verschillende lichtmeetposten elkaar
niet bedekken, moet men beschikken over bogen van verschillenden
straal.
1068
