Nu rijst de vraag of bij het Nederlandsch-Indische Leger een door ons voorgestane lichtmeetafdeeling gewenscht en mogelijk is, in verband met de organisatie en het terrein. Dat een goed geoutilleerde peildienst, voorzien van de noodige technische middelen gewenscht zal zijn, is buiten kijf. De vraag of een zoodanige lichtmeetafdeeling voor onze ver houdingen mogelijk is, lijkt volgens onze bescheiden meening oplosbaar. Wij zullen hierbij uitgaan van de gedachte, dat het Neder landsch-Indische veldleger, bestaande uit 3 of 4 regimenten, wordt aangewezen om tegen een gelanden vijand aanvallend op te treden. Het ageeren van het veldleger, dat in vredestijd bestaat uit 2 divisie's, zal in groepsverband waarschijnlijk niet voorkomen. Het veldleger, dat aanvallend optreedt, zal als regel twee regimenten in voorste lijn brengen. Uit een technisch oogpunt lijkt het ons volkomen gerechtvaar digd een lichtmeetafdeeling a 6 posten in te deelen bij het aan vallende veldleger. De frontbreedte van dit veldleger bedraagt normaal wel geen 6 km, maar zelfstandig het gevecht voerend mag, met inbegrip van de gevechtsbeveiliging, gerekend worden op een frontbreedte van 4 a 5 km, terwijl de mogelijkheid bestaat eenige posten buiten en achterwaarts van de vleugels op te stellen, waardoor tevens het in te nemen peilvak vergroot wordt. Zooals reeds eerder vermeld, is het aantal van 6 posten niet te veel, aangezien gerekend moet worden op de mogelijkheden, dat niet alle posten de verschijnselen zullen zien (bedekte In dische terreinen), terwijl het noodzakelijk is over een reserve te kunnen beschikken. Gedurende den naderingsmarsch zal èèn sectie kunnen worden toegevoegd aan den commandant van de voorhoede. De twee overige secties blijven voorloopig in reserve om later te worden ingezet voor het normale peilwerk. De toegevoegde sectie zal zich dan eventueel moeten verplaat sen, hetgeen echter weinig bezwaren met zich mede brengt, aangezien in dit stadium van optreden nog geen telefonische verbindingen zijn uitgelegd. Over de personeelskwestie is reeds een en ander gezegd. De praktijk zal moeten uitmaken of de sterkte voldoende of even tueel voor vermindering vatbaar is. De vervoersaangelegenheid dient goed onder oogen te worden gezien; speciaal datgene wat betrekking heeft op het vervoer van personeel en materieel van de meetcentrale en de posten. 1079

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 57