Het gaat dus om de volgende punten 1het besluit om achter den Weichsel terug te trekken 2. den steun die I L. K. en 3 Res. D. aan het XX L. K. zouden bieden 3. het besluit om met het geheele 8ste Leger het Narew-leger (door Hoffmann Warschau-leger genoemd) aan te vallen. Van belang is in de bewijsvoering van Hoffmann ook het te lefoongesprek von Moltke von Prittwitz, dat Hoffmann, in tegen stelling met het werk van het Reichsarchiv, op 20 Aug. stelt. Ook dit dient dus nog eens onderzocht te worden. Dat Gen. von Prittwitz in den avond van den 20sten besloot om achter den Weichsel terug te trekken, staat onbetwist vast. Doch in denzelfden avond zou hij daarvan afgezien hebben en hij „schikte zich naar onzen raad", zooals Hoffmann zegt. Dit zou ook hieruit kunnen blijken, dat in het 8.23 nm. naar de O.H.L. gezonden bericht (Mei-nummer blz. 461) niet gesproken werd van terugtocht achter den Weichsel, maar van terugtocht naar West- Pruisen. Daartegenover staat dat Gen. von Prittwitz in het persoonlijk telefonisch onderhoud met Gen. von Mackensen om ongeveer 9 nm. mededeelt, dat het leger achter den Weichsel teruggaat (Mei-nr. blz. 462). Ook dit staat onbestreden vast. Er is echter meer. Om 1 uur 's nachts nog deelde Graaf Wal- dersee (Chef van den Staf v/h 8ste Leger) aan den O.-H. bericht- officier Kap. von Fleischmann mede „Wir müssen die Armee hinter die Weichsel führen. Hoffentlich gelingt das". Gen. Griinert schreef Jedenfalls war am 20. abends von nichts anderem die Rede, als von einem Rückzuge hinter die Weichsel". Met hetgeen in het Mei-nr. werd gezegd, toont het bovenstaande wel zonder twijfel aan, dat Gen. von Prittwitz in den avond van den 20sten niet terugkwam op zijn besluit om achter den Weichsel terug te trekken. Dat in de bevelen gesproken wordt van West- Pruisen bewijst niet veel hiertegen vermoedelijk is dit te verklaren uit het feit, dat in de bevelen voor een terugtocht de noodige omzichtigheid betracht moet worden. Nu de bespreking van Grünert en Hoffmann met den Opperbev. h. en den Gen. Waldersee naar aanleiding van het besluit tot het afbreken van den slag bij Gumbinnen. Grünert, die zich niet in de debatten over deze aangelegenheden gemengd had, schreef- nadat men hem zulks had verzocht het volgende over die be spreking „Toen de heeren plaats genomen hadden, gaf ik een overzicht over den toestand en motiveerde ik ons besluit 2) om den slag voort te zetten. Ik merk daarbij nadrukkelijk op, dat Hoffmann 1083 Orgaan D. O. B. 14 Dec. 1928 No. 35. 2) Bedoeld: besluit van Griinert en Hoffmann.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 61