1108
1885 Duitsche officieren als adviseurs bij het Japansche leger ingedeeld.
Een generale staf op Duitsche leest geschoeid, zien we de leiding nemen.
Bekwame en uitstekend geoefende officieren zien we daarbij ingedeeld
en stellig heeft de buitengewone bekwaamheid van deze generale staf
officieren veel bijdragen tot het succes in de oorlogen in de eerstvolgende
twee decennia door Japan gevoerd.
In 1887 werd de opperste oorlogsraad opgericht, bestaande uit de mi
nisters van oorlog en marine, de hoofden van den Generalen Staf van het
leger en den Marine-Staf en een zeker aantal leden door den Keizer benoemd.
Het was en is nog het adviseerend lichaam van den Keizer in alle aange
legenheden den oorlog betreffende.
Naast dit li'chaam stond sedert 1893 een raad van maarschalken en
admiraals, het hoogste adviseerend lichaam van den Keizer (zie Armaments-
year book '29-30) i'n zake leger- en marine-aangelegenheden.
Bij het uitbreken van den China-Japan-oorlog (1900-1901) bestond het
leger uit 7 divisies met een totale sterkte van rond 150.000 man, die later
gebracht werd op 240.000 man, de reserves inbegrepen.
Een divisie bestond bij mobilisatie ui't 12 bataljons infanterie, 4 bat
terijen veld-artillerie, 2 batterijen berg-artillerie, 3 afdeelingen cavalerie, 2
compagnieën genietroepen en een trei'n.
De infanterie was toenmaals bewapend met het „Murata" enkellaad-
geweer, 2 divisies werden na het uitbreken van de vijandelijkheden bewa
pend met „repeteer"geweren, doch werden niet naar het tooneel van den
strijd gezonden.
De veldtocht was een aaneenschakeling van succes, niettegenstaande
de ongelimiteerde, menschenmassa's, die Chi'na ten strijde kon voeren.
Ze was wel een proef op de som, dat het Japansche leger een goed
georganiseerde, goed geschoolde en uitstekend uitgerust massa-leger was.
Na afloop van den oorlog werden de leeringen, daarin opgedaan, bij
de opleiding van den troep toegepast. De militie van het N. eiland (Hok-
kai'do) werd georganiseerd tot een 7e veld-divisie en 5 nieuwe divisies,
daarbij inbegrepen de Garde-divisie, werden aan de Iegersterkte toegevoegd.
Op het bij de vrede van Shimonoseki (1895) aan Japan afgestane eiland
Formosa werd een gemengde brigade gelegerd (12 Infanterie-bataljons a
3 compagnieën, 3 escadrons cavalerie, 3 nieuw-geformeerde batterijen berg-
artillerie en 3 compagnieën genie.)
Bij de cavalerie zien we een brigade-organisatie ingevoerd, terwijl te
Osaka een groot arsenaal werd opgericht tot aanmaak van vuurmonden en
artillerie-munitie.
Nadat in 1900 door Japan een contingent van 124 officieren en 5100
man naar China was gezonden om in vereeniging met de overige mogend
heden de Boxeropstand te onderdrukken, brak in 1904 de groote oorlog
met Rusland uit, waarin het nieuw georganiseerde leger den vuurproef
met glans doorstond.
Het staande leger bestond uit 13 divisies, 2 cavalerie brigades, 2 artil
lerie brigades, garnizoenstroepen in Formosa en Korea en vestingtroepen.
Een gemobiliseerde divisie bestond toen uit
2 Infanterie brigades a 2 regimenten a 3 bataljons.
1 Cavaderie regiment a 3 escadrons.
1 Artillerie regiment a 3 bataljons a 3 batterijen a 6 stukken.
1 Pionier bataljon a 3 compagnieën met een bruggen trein.
1 Telegraaf compagnie a 3 sectiën.
6 Veldhospitalen.
5 Munitiecolonnes (3 artillerie, 2 infanterie).
4 Transporttreinafdeelingen.
In ronde cijfers was de sterkte der divisie 11.400 geweren, 430 sabels,
36 vuurmonden, 830 man pioniertroepen en 5.500 niet-strijders.