1110
Deze bewapening (Inf. en Art.) is, zij het na aanbrenging van de noodig
geachte verbeteringen, ook thans nog i'n gebruik.
Naast militaire voorbereidingsscholen, de hoogere krijgsschool en de mi
litaire academie, werden speciale scholen opgericht, waarvan de voornaam
ste zijn, de Infanterie school, de Toyama school voor lichamelijke oefeni'ng,
de cavalerie-, artillerie-, genie-, medische-, veterinaire- en intendancescholen.
In 1915 zien we weer 2 di'visies aan het leger toegevoegd speciaal voor
uitbreiding der bezetting van Korea, waardoor het staande leger werd
gebracht op een sterkte van 21 divisies.
Hoewel Japan, met uitzondering van de Tsingtao expeditie, (Zie I.M.T.
jaarg. 1922, Jan. nummer blz. 32 e.v.) geen werkzaam aandeel had aan
den landoorlog, werd de volle aandacht besteed aan het geleerde in den
oorlog 1914-1918.
Een nieuw schema van leger-reorganisatie werd in de zitting van den
rijksdag 1921-1922 op 25 December 1921 aangenomen.
Hierin werd tegemoet gekomen aan het herhaaldelijk aandringen op
bezuiniging op defensie-uitgaven. De begrootingen van oorlog en marine
werden door de aanname van deze reorganisatie gereduceerd van 273 mil-
lioen yen (oorlog) en 499 millioen yen (marine), zooals die oorspronkelijk
waren ingediend, tot respectievelijk 253 millioen yen (oorlog) en 394 mil
lioen yen (marine). Niettegenstaande deze vermindering was evenwel het
totaal van de begrooting van oorlog en marine 171 millioen yen meer dan
di'e van het vorig jaar.
De gewone en buitengene uitgaven voor leger en vloot waren in den
loop der jaren dan ook in een sterk stijgende lijn.
We vinden de navolgende cijfers, (millioenen yen)
1894
1900
1920
1928/29
Leger 10,5
Vloot 10.-
83,3
58,6
247.-
403.-
232.-
269.-
20,5
141,9
650.-
501.-
De voornaamste maatregelen, die bij deze reorganisatie aanvankelijk ge
troffen werden, zijn
le. inkrimping van het leger met 1.800 officferen en 56.000 minderen,
2e. de le oefeningstijd voor de infanterie werd met 40 dagen verminderd,
3e. hervormingen werden ingesteld ten doel hebbende eene verbetering,
zoowel in technischen als in economischen zin, van de bedrijfsorganisatie
in verschillende takken van nijverheid, met het doel, het voortbrengings-
vermogen tot het uiterste op te voeren.
Als practisch schema werd o. a. aanbevolen het steunen met subsidies
van die takken van nijverheid, die ten doel hebben de vervaardiging van
machinale werktuigen van uitstekende hoedanigheid, vliegtuigmotoren, glas
voor optische doeleinden, dieselmotoren voor militair gebruik, stalen en ver
staalde voorwerpen.
Eerst op het tweede plan kwam een verdere inkrimping van het leger,
over een tijdvak van 4 jaren te verdeelen, met als practisch resultaat, dat
de geheele sterkte van het leger met 4 divisies werd ingekrompen. Het
staande leger in 1920 ongeveer 272.000 man sterk werd ingekrompen tot
180.000 man.
Om het verli'es aan manschappen te compenseeren, waarbij het beginsel
werd gehuldigd, dat kwaliteit boven kwantiteit gaat, werd in overeenstemming
met de opgedane lessen in den grooten oorlog nog meer aandacht besteed
aan de moderniseering van het leger, waarbij tevens gebruik werd gemaakt van
den vooruitgang op wetenschappelijk gebied. Speciaal het luchtvaartwezen
werd, evenals zulks bij de marine plaats had, gereconstrueerd tot een
afzonderlijk korps.