1116 overwicht is uitgespeeld. Door deze bekentenis wordt overal naar de groot ste beperking van het geweervuur gestreefd". Mil. Wochenblatt. No. 3. Juli 1930. „Das Loslösen votn F einde in der kavalleristischen Kleintaktik"„Wel ieder cavalerieaanvoerder of onderaanvoerder heeft bij gevechtsoefeningen de moeilijkheden van het losmaken van den vijand, met zijn menigte wrijvingen, beleefd. Dit zwakke punt is het, dat de cavalerie steeds weer verleidt, het bosch voor te trekken, hoewel reeds dikwijls gezegd en geschreven werd dat naar boschgevechten in geen enkel opzicht door cavalerie moest worden gestreefd. Geven de boomen ook al dekking tegen vuur zij verbergen ook veel! Het schijnt daarom be langrijk, aan deze even moeilijk als interessante opleidingskwestie, bijzondere aandacht te schenken Mil. Wochenblatt. No. 4. Juli 1930. „Das Gefecht der Schützen- und der l. MG. Gruppe". „De conclusie moet worden gemaakt: het vuur der infanterie-compagnie is bijna steeds een combinatie van vlak-en krombaanvuur. Het bestreken schot van den lichten mitrailleur drijft den tegenstander in de dekking, waar hem het krombaanschot van mijnenwerpers, geweer- en handgra naten „faszt". Het vuur der geweerschutters is uit opleidingsoverwegingen niet meer door te voerenafgezien van enkele scherpschutters, aan wie voor dat doel een eenigszins gewijzigd geweer ware te geven, dat de opleiding vereenvoudigt en zich eigent voor het „Schnappschusz". Eveneens in No. 4.: Uber das offenhalten voti Engen". „Voor ons is enkel en allen beslissend, dat de commandant, die een défilé moet openhouden, met zijn beschikbare krachten „dem Qegner und dem Gelande das best-mög- liche abgewinnt" en dat de hoofdmacht het défilé inderdaad kan passeeren. Dat dit passeeren zooveel mogelijk ongestoord geschiedt, moet worden nage streefd, is in den oorlog echter zelden mogelijk". La Revue d'Infanterie. No. 454. Juli 1930. „La liaison infanterie-artil- lerie", generaal Challéat. (een antwoord op het artikel verschenen in No. 453, zie I.M. T. blz. 1016). „Naar mijne meening moet infanterie, welke „1'exécution d'un tir puissant" heeft gevraagd op korten afstand voor zich, niet doorgaan met de voorwaartsche beweging op de strook die ze heeft gevraagd „a faire battre" en zelfs die strook niet naderen binnen de 400 a 500 meter. Zooals daaruit voor haar volgt de verplichting van „stopper", is het van belang dat door alle middelen wordt verminderd „le temps des transmissions et de 1' exécution du tir". In ieder geval zouden deze regels zeer duidelijk moeten worden vastgelegd om ze bekend te doen zijn aan allen, die ze moeten uit voeren, infanteristen en artilleristen. Het betreft hier inderdaad een zeer delicaat vraagstuk, dat een biizondere en diepgaande bespreking waard is". In de conclusies lezen we o. a. Ik handhaaf derhalve volledig de désidérata, welke ik in het Mei-nummer uiteenzette „1' accompagnement immédiat", in den letterlijken zin, toe te vertrouwen aan het geschut en aan de mortieren, welke aan de infanterie zelf toebehooren, ten aanzien van vuur op beperkte doelen en welke daartoe stellingen bezigen die duidelijk tijdens de voorwaartsche beweging worden aangegeven „1' artillerie d'appui direct rapproché (tegenwoordig minder juist genoemd „artillerie d' accompagnement immédiat") te belasten met de taak van bestrij der „zónes d' indécision", 1 '/2 a 2 hectares niet belangrijk te boven gaande aan de divisie-artillerie te dien einde toe te voegen een „matériel supplé- mentaire", beter geschikt dan dat van tegenwoordig voor „1' appui direct rapproché" en bovendien geschikt om de vechtwagens te doorboren op af standen tot 1000 meter, zoo mogelijk tot 1500 meter; de „artillerie normale d' appui direct" gebruiken om de strooken te bestrijden, grooter dan 2 hectares, in beginsel ,,d' après Ie procédé du plan préétabli". Ik zal deze desiderata alleen aanvullen met het volgende In de regimenten infanterie en divisie artillerie in beproeving nemen „des appareils émetteurs et récepteurs de T. S. F. trés portatifs et faciles a installer rapidement en plein champs".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 94