1117 The Cavalry Journal. Juli-nummer 1930. Tactics of a mechanized forcea prophecy', luit. kolonel K- B. Edmunds. Na zijn opinie te hebben gegeven omtrent de samenstelling van en de plaats, welke een gemechani seerde eenheid in de verbonden wapens zal hebben in te nemen, zegt de schr. o a.: „Reeds werd vastgesteld dat de doelen voor de „mechanized force" in den aanval zullen liggen in den rug van de vijandelijke stelling. Dergelijke doelen kunnen zijn: vijandelijke reserve-divisiënlegerartilleriecommando-posten en verbindingen, strooken van groote tactische beteekenis voor het eigen leger, belangrijke strooken, welke voor den vijand volstrekt noodzakelijk zijn bij een terugtocht; of misschien de „opposing mechanized force". Deze laatste dient eigenlijk eerstgenoemd, want, gelijk cavalerie en luchtstrijdkrachten, kan een „mechanized force" niet ten volle voordeel trekken uit zijn bijzondere eigenschappen, vóór hij het meesterschap heeft over het overeenkomstige wapen in het vijandelijke leger". „In de verdediging moet de „Mechanized Force" eveneens in algemeene reserve worden gehouden. Is de aanvalsrichting van de vijandelijke infanlerie vastgesteld door verkenning, dan wordt een tegenaanval uitgevoerd, pogende den tegenstander te slaan terwijl deze laatste nog in beweging is of vóór dat hij zich op zijn doel kan werpen". Tactisch gebruik van zware mitrailleurs. Bulletin beige des sciences militaires. No 6. Juni 1930. „Chronique de V infanterie". „La doctrine britannique de l'emploi des mitrailleuses dans l'offensive". In de Engelsche divisie van 36 compagnieën (3 brigades a 4 bataljons a 3 compagnieën) wordt beschikt over 12 compagnieën mitrailleurs. De Belgische divisie beschikt ook over 12 compagnieën mitrailleurs, maar op slechts 27 compagnieën infanterie. „1. De compagnieën mitrailleurs blijven niet onafscheidelijk verbonden aan de bataljons, waartoe ze behooren. 2. De mitrailleurs moeten geëchelonneerd zijn opgesteld in de diepte (De vooruit geschoven mitrailleurs worden slechts bij hooge uitzondering ter beschikking gesteld van de compagnieën der voorste linie). 3. Het tachtisch gebruik van de mitrailleurs berust op de zoo innig moge lijke samenwerking met de infanterie, welke zij steunen moeten". „Wat betreft den steun aan de infanterie in den aanval merken we op, dat de Engelschen het vuur over eigen troepen slechts toestaan als uiterste hulp middel en geen waarde hechten aan het vuren door intervallen". Tactisch gebruik van artillerie. Mavors. No. 8. Augustus 1930. Grepen uit de werkelijkheid"„Begelei dende artillerie", eerste luitenant M. R. H. Calmeyer. „Bij de Nederlandsche infanterie zijn thans ingedeeld de mortier van 8 als krombaanvuurmond, in de eerste plaats bestemd voor de bestrijding van mitrailleurs, en het kanon van 6 veld als vlakbaanvuurmond, voornamelijk als antivechtwagengeschut. Zijn dergelijke vuurmonden niet aanwezig, of is hun uitwerking in bepaalde gevallen onvoldoende, dan bestaat nog de mogelijkheid om deelen van de divisie-artillerie hieraan te onttrekken en bij de infanterie in te deelen, welke men dan aanduidt als begeleidende artillerie". Schr. geeft een voorbeeld uit den wereldoorlog en wijst er nog op dat een batterijcommandant, die het verzoek kreeg de infanterie te steunen en die snel handelde, 3 uur noodig had voor het eerste schot viel. De telefoonlijn was 400 meter lang. Revue d'artillerie. Juli-nummer 1930. ,,L'artillerie dans l'offensive en guerre de position", H. Brunet en N. Aizier. Behandeld wordt thans de aan val op een breed front, nl. het 26 km. breede front, tusschen Tilain en Sapig- neuil (Chemin des Dames) op 27 Mei 1918, welk front om tactische redenen nog werd vergroot en totaal 36 km. werd. Aan het Vilde leger werd voor

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 95