1120 „Naar onze meening is het organiseeren van pantserauto's in tactische een heden zonder eenig nut, behalve voor „supply". Ze zullen ageeren als kruisers, mogelijk twee tesamen, en ze zullen op zich zelf zijn aangewezen, voor het gevecht en voor de beweging". Eveneens in het Juli-nummer een artikel van majoor E.C. Mc. Guire Armoured cars in the cavalry maneuvers". „Ten aanzien van het gebruik van lichte en middelbare pantserauto's zij in herinnering gebracht dat deze in de eerste plaats verkenningswagens zijn. Worden ze in het gevecht gebruikt, dan moet hun optreden worden gekenmerkt door een plotseling verschijnen, de onmiddellijke ontwikkeling van hun maximum vuurkracht, gepaard gaande aan voortdurend veranderen van plaats. De opdrachten voor harceleerend en vertragend optreden zijn daarom ideaal voor deze wagens. Pantserauto's moeten nooit worden gebruikt voor een poging om een bepaald punt vast te houden, maar dienen vèr voor de eigen troepen gedirigeerd voor opneming van het contact, verkenningen en vertragend optreden, eventueel teruggaande naar den vleugel met een beveiligende opdracht. The Journal of the United Service Institution of India. No. 260. Juli 1930„Some considerations governing the choice of armoured fighting, vehicles for India", majoor W.f.H. Howard. Vergeleken worden de vierwie lige pantserauto en de lichte tank, wat betreft de eigenschappen en het gebruik. In de conclusie lezen we dat schr. voorstander is van invoering van com pagnieën lichte tanks ter vervanging van ten minste een deel der bestaande gepantserde auto's. Bij uitbreiding van dit soort wapens beveelt hij aan de oprichting van compagnieën Carden Lloyd-tanks. Het juiste en voor Indië meest geschikte type dient in Indië te worden vastgesteld in verband met terrein, klimaat en gebruik aldaar. Afweer van vechtwagens. Artilleristische Rundschau. No. 2. Juni 1930. Tankabwehrkolonel A.Fischer. „Niet de afweerwapens overwinnen in den tankslag, maar de man schappen die ze bedienen". „Niemand zal nog langer de gedachte onderdrukken dat de infanterie verder onder geen omstandigheden meer tegenover dat materieel weerloos mag blijven. Iedere bedenking moet voor dezen eisch terugwijken". Schr. eischt daartoe een wapen, zoonoodig een bijzonder wapen, niet be duidend zwaarder dan de zware mitrailleur en ingedeeld bij de belangrijkste gevechtseenheid van de infanterie dat is de compagnie. „Het ware ten zeerste te wenschen dat men de stukken der divisie-artillerie voor de bestrijding van moderne tanks geschikt kon maken". „In ieder geval moeten alle krachten en middelen in dienst van de tankaf- weer worden gesteld en opgeroepen, wanneer men niet aan de tank de heer schappij over het slagveld wil overlaten". Luchtstrijdkrachten. Journal of the Royal United Service Institution. No. 498. Mei 1930. „Gold medal prize essay (air) for 1929". Subject: „7he role of aircraft in coast defence", wing-commander C.J. Mackay. „Hoe sterk de verdediging aan de zeezijde ook mag zijn, de geschiedenis heeft aangetoond dat het zwakke punt van een versterkte marine-basis gewoonlijk de landzijde is. Aannemende dat ze (op ongeveer twaalf mijlen) buiten bereik van de kustversterkingen wordt gehouden, kan een „raiding force" geëscorteerd door zeestrijdkrachten straffeloos debarkeeren en is dan op minder dan een dagmarsch van de ver sterking, welker bezetting weinig weerstand kan bieden. Tegen een sterke macht die zoo geland is, is een basis even kwetsbaar „als een egel op zijn rug". Om die reden is het noodzakelijk de permanente verdediging nog aan te vullen met een militaire bezetting van dezelfde sterkte als waarschijnlijk de aanvalssterkte is van een landenden vijand." „Luchtstrijdkrachten kunnen het leger helpen in de verdediging aan de landzijde eener versterking, direct en door vergrooten van den afstand waarop

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 98