Zoo bijvoorbeeld was tot expeditie naar Celebes in den jare 1824 eene magt van Java gezonden van 1400 man, waardoor aldaar zoo weinig troepen beschikbaar bleven, dat bij het uitbreken van den jongsten Javaschen oorlog geene noemwaardige magt aanhanden was, om denzelven in den aanvang te stuiten, weshalve niet alleen de expeditie, naar Celebes gezonden, onverwijld moest worden te rug ontboden, maar zelfs uit de andere bezittingen alle troepen, die maar eenigzints konden worden gemist, worden opgevorderd, terwijl uit Europa eene aanzienlijke versterking werd aangevraagd en verkregen Zulk een staat van zaken is blijkbaar onbestaanbaar met de veiligheid van deze zoo belangrijke bezittingen. Hoezeer toch is die gedurende den laatsten oorlog niet verergerd, en deze oorlog, van langen duur en kostbaar geworden, daar dezelve meer dan 20 miilioen aan buitengewone uitgaven heeft gevorderd wat zou de toestand der zaken geworden zijn, indien zulk een oorlog was ont staan in een tijdperk, dat de communicatie met het moederland was afgesneden geweest De financiën van het Gouvernement intusschen veroorloofden creenzins op den duur een leger te onderhouden, geëvenredigd aan de magt, welke tijdelijk kan worden vereischt, en derhalve wordt hier eené inrigting gevorderd, geschikt om in een zeer kort tijds bestek eene magt te kunnen ontwikkelen, geëvenredigd aan de behoefte van het oogenblik en voldoende om, zoowel aan eenen buiten- als binnenlandschen vijand het hoofd te kunnen bieden. Het noodige daartoe ontbrak destijds geheel, gelijk, ik herhaal het, de jongste afgeloopen oorlog op Java daadzakelijk heeft doen zien. Ter wegneming van dezelve, voor zoover namelijk de inrigtingen van het leger betreft, is door mij aan den Koning eene nieuwe organisatie voorgedragen geworden, welke Zijner Majesteits goed keuring heeft verworven, en bij Hoogst Deszelfs besluiten van den 16den Maart 1832, No. 93 en 4 zijn geapprobeerd. Bij deze organisatie heb ik mij zoowel eene besparing van uit gaven als eene betere inrigting, ter bewaring der rust op Java, voor gesteld. Ten dien einde is het leger verdeeld in mobiele korpsen en in een algemeen depot, uit welk laatste alle forten en buitenbezit tingen worden bezet, waardoor het morceleren van het eigenlijk mobiele leger zooveel mogelijk voorgekomen wordt, en men altijd over een aanzienlijk korps troepen, hetzij in binnen- of buiten- landsche oorlogen, kan beschikken. Acht korpsen van dien aard zijn voor Java bestemd, bestaande ieder uit een bataillon infanterie, een kompagnie kavalerie en vier veldstukken berggeschut. 1138

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 10