Vestingartillerie op Java 7 compagnieën.
In de Buitenbezittingen 1 bergbatterij voor Sumatra's Westkust;
1 art. garn. comp. voor Banka, Palembang, Benkoelen en Riouw,
1 id. voor Borneo, Celebes, Timor en de Molukken.
Cavalerie. Staf in 8 compagnieën elk a 4 officieren, en 72
Europeanen totaal 523 paarden.
Sappeurs en Mineurs: 4 compagnieën.
Beschikbare doch niet ingedeelde pradjoerits 6600 Inlanders
rustende pradjoerits 1200 Inlanders Djajang sekars 2 off.,
36 Eur. en 317 Inl. Lijfwachten dragonders 2 off. en 78 Eur.
De totale sterkte ongerekend de juist genoemde inlandsche hulp
korpsen bedroeg 1106 Eur. en 120 Inl. officieren, en 26589 onder
officieren en minderen, waaronder 10217 Eur. 1744 Amb. en 14628
Inl.
De verhouding tusschen de troepen op Java en in de Buiten
bezittingen was
Op Java (ongerekend de staven en diensten) 703 officieren
en 18298 onderofficieren en minderen.
Op de Buitenbezittingen 222 officieren en 7309 onderofficieren
en minderen.
Deze formatie is nimmer volledig tot uitvoering gelegd. Som
mige deelen zijn eerst op den achtergrond geschoven en later
geheel ter zijde gesteld en in de plaats daarvan zijn brokstukken
van de eraan voorafgaande formatie behouden gebleven.
In 1882 werd het leger, dat in zijn werkelijken vorm door tal
van wijzigingen, voor wat betreft de formatie, een geheel afwijkend
beeld te zien gaf dan hiervoren aan de hand van de formatie 1854
geschetst, wederom in een nieuw kleed gestoken.
Deze hier bedoelde nieuwe formatie is ter vergelijking met
het voorafgaande als volgt samen te vatten
Infanterie: 18 veldbataljons elk a 18 officieren en 570
man
4 Depot bataljons
5 Subsistentenkaders te Batavia, Semarang, Soerabaja, Padang
en Koetaradja
Garnizoensbataljons van: Atjeh en O.; Z/O. Afd. van Borneo;
Palembang Celebes, Menado en Timor Ambon en Ternate
Sumatra's Westkust W. afd. van Borneo Banka Oostkust van
Sumatra en van de 2e militaire afd. op Java garnizoenscompag
nieën van Benkoelen, Riouw, Bantam, Lampongsche districten,
Cheribon alsmede detachementen van Onrust, Billiton, Banjoe-
wangi en Patjitan.
1142
Vastgesteld bij K. B. van 26 Januari 1882 no. 13, Ind. Stbl. No. 113.