spreken had die naam een andere waardeering. Immers we lezen
eronrtrent dat men in Indië in het algemeen niet ingenomen was
met het opschrift koloniale Infanterie" dat de bataljonsvaandels
droegen. Officieel deed men blijken „Wierd dit in het krijgsbanier,
waaronder Nederlandsch zoonen de belangrijkste bezitting van hun
vaderland moeten verdedigen, door Koninklijkevervangen, zoude
de krijgsman aan een beminden vorst herinnerd worden, en een
prikkel voor het uitvoeren van groote daden geboren".
Z. M. de Koning bepaalde daarop dat het opschrift zou luiden
„Koninklijk Nederlandsch Oost-Indisch Leger".
Dienovereenkomstig werden 5 Juli 1839 negen nieuwe vaandels
uitgereikt, i)
We zagen hiervóór dat in 1840 het aantal veldbataljons tot 12
was gestegen. De nieuw geborenen waren het 10e, 11e, 12e batal
jon, aan welke korpsen respectievelijk op 22 Mei 1841, Juli 184!
(beide ter Sumatra's Westkust) en 13 November 1841 te Batavia
vaandels werden uitgereikt.
Vermeldenswaard is hierbij dat de voor de genoemde korpsen
bestemde vaandeldoeken gehecht zijn aan de stokken met leeuwen
en kwasten der eertijds ingeleverde vaandels.
De toen bestaande 12 veldbataljons telden nog steeds 6 com
pagnieën 4 off. en 119 man), ze behoorden allen tot de troepen
macht op Java, doch het 1°, 6°, 10° en 11° bataljon waren bestemd
voor expeditie.
Het le en 10e bataljon telden 1 Eur., 1 Afr. en 4 Inl. compa
gnieën, het 6e en 11e bataljon 1 Eur., 1 Amb. en 4 Inl. compa-
ngieën.
Overigens was de samenstelling der bataljon als volgt
2e, 3e, 7e en 8e bataljon elk 1 Eur., 1 Afr. en 4 Inl. compagnieën.
4e bataljon 3 Eur., 3 Afr. compagnieën.
5e en 12e bataljon 1 Eur., 1 Amb., 4 Inl. compagnieën.
9e bataljon 3 Eur., 3 Amb. compagnieën.
Bij eene reorganisatie der strijdkrachten van Sumatra's West
kust in 1843 2) werden 2 van de 4 aldaar aanwezige veldbataljons
aangemerkt als tot de vaste bezetting van het gewest te behooren
en werd om het getal van 4 expeditionaire bataljons te behouden
het aantal veldbataljons op 14 gebracht.
Aan de nieuw opgerichte bataljons (13e en 14e) werden in het
jaar 1846 onderscheidenlijk op 6 April te Batavia en op 16 April
te Soerabaja de vaandels uitgereikt.
1151
De afgedankte vaandeldoeken werden naar Nederland opgezonden. Zie
1. M. T. 1893.
2). Goedgekeurd bij K. B. van 7 April 1844 E. 16 geheim.