kpg. Longbata en werden 2 compagnieën van het L. H. 2 uitge zonden om dien te verdrijven. Dit had plaats 2 n.nr. De troepen waren te vermoeid om nog verder door te marcheeren, zoodat de operatiën dien dag werden gestaakt en het 2e Bat. naar het bivak Peunajong terugkeerde. Deze actie kostte het Bat. één gesneuvelde n. 1. de Eur. Regters. Den volgenden dag (24 Januari) rukte het Bat. wederom uit om de taak van den vorigen dag te hervatten. Bij kpg. Moendjing gekomen werden de troepen zwaar beschoten en ontvingen 4 compagnieën van R. H. 2 en L. H. 2 de opdracht om den vijand uit de kpg. Atoëh en Longbata te verdrijven. Aan deze opdracht werd voldaan eenige huizen waaruit tegenstand werd ondervonden werden in de asch gelegd. Te 10 v. m. keerde deze afdeeling naar het bivak nabij kpg. Moendjing terug. Dadelijk daarop rukte het R. H. 2 onder v. d. Heyden weer uit in de richting van Longbata teneinde van daaruit de linie van Polern om te trekken. Bij dezen opmarsch had de Colonne te kampen met de moerassigheid van het terrein, alsmede met de hinderlijke beschietingen van den vijand, die ons nog drie gewon den bezorgden. Ondertusschen was Generaal Verspijck, die op het hooren van het Wilhelmus en een luid hoera uit de omgeving van den Kraton, met een compagnie van het L. H. 2 toegesneld, ten einde het succes van de verovering van den Kraton eventueel te kunnen ondersteunen. Juist was de Colonne v. d. Heyden van plan om een in N. richting ontdekte versterking te nenren, toen bericht ontvangen werd van den Opperbevelhebber, dat de Kraton reeds in ons bezit was en de actie gestaakt kon worden. De colonne keerde terug naar het bivak Moendjing, vereenigde zich daar met L. H. 2 en ging vervolgens in bivak te Peunajong waar men om 6 uur 's avonds aankwam. Na den val van den Kraton kwamen de omliggende kampongs aan de beurt. Den 15en Februari rukte een Colonne waarbij het L. H. 2, onder commando van den Luit. kol. Pel uit ter tuchtiging van Ketapan Doewa, dat onze troepen grooten last veroorzaakte door hinderlijke beschietingen. Aanvankelijk stond het Bat. in reserve nabij kpg. Lamtermin, waar het een krachtige stelling innam ter dekking van den rug der Colonne, aangezien vernomen was dat de vijand de Colonne wilde laten passeeren om haar in den rug aan te vallen. Dit laatste had echter niet plaats. De hoofdcolonne volbracht haar taak, te 1 n.m. werd tot den terugtocht besloten. Nadat L. H. 2 zich weer met de Colonne vereenigd had werden onze troepen uit kpg. Getjiel heftig beschoten. L. H. 2 kreeg nu opdracht om den vijand uit bovengenoemde kampoeng te ver drijven. Nadat dit geschied was, keerde het Bat. naar de Colonne terug, doch weldra vertoonde zich weer een drom vijanden nu in 1163

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 35