Colonne uit waaraan o. a. 3 compagnieën van R. H. 2 onder
Majoor M. A. E. Phaff deelnamen.
Op de door genoemd bataljon bezette posten zou een bezetting
achterblijven van 25 man. Een compagnie van R. H. 2 bleef voor-
loopig als reserve in stelling te Blang Oe, terwijl de andere inge
deeld waren bij de aanvalscolonne, die te 7 v. mi. tegen Soerian
oprukte. Na eenige kampongs doorgetrokken te zijn, was men nog
slechts door een honderd meters breede sawah van den zichtbaren
N. rand van Soerian gescheiden. In den snelsten gang werd deze
sawah overgestoken waarop men op een heg stuitte waarachter men
zich in verspreide orde opstelde, en oogenblikkelijk aanving met het
kappen van openingen. Toen men hiermede gereed was, werd
wederom opgerukt en stuitte men op een tweede versperring. Na
deze opgeruimd te hebben ging men wederom voorwaarts waarop
de vijand plotseling het vuur opende vanaf een verschansing op
eenige meters achter de versperring gelegen.
Om met den vijand vanuit een ongedekte stelling een vuurge
vecht te beginnen stond gelijk met zelfmoord, zoodat er twee
mogelijkheden waren of terugtrekken, of de sterkte dadelijk be
stormen. Tot dit laatste werd besloten.
In fiont vvas de verschansing door aangebrachte randjoes en
bamboe doeri versperringen geheel stormvrij.
De troepen trokken dan ook zoo snel mogelijk langs de borst
wering om de versterking heen en beproefden aan de Zuidzijde
binnen te dringen, doch ook hier bleek zulks ondoenlijk, aange
zien de toegang door een stevige deur was afgesloten, de versper
ringen ondooi dringbaar waren en de vijand een levendig vuur
onderhield. Wel gelukte het den 2en Luitenant T. v. d. Zee zich door
de chicanes heen te worstelen en de borstwering te beklimmen
daar hield hij stand, verdedigde zich geheel alleen tegen talrijk»
vijanden, doch zijn troepen konden hem niet te hulp komen zwaar
gewond stortte hij naar beneden. Voor dit heldhaftig gedrag werd
hij benoemd tot R. M. W. O. 4e kl. Inmiddels was de benteng
geheel ingesloten, kapte men openingen in de versperringen, trachtte
de deur te forceeren. Toen het opruimingswerk zoover gevorderd
was dat de benteng stormrijp was, werd de bezetting aangemaand
zich over te geven doch deze antwoordde slechts met een uitdaging
tot den aanval. Onder een donderend hoera werden de borst
weringen beklommen. Hierna volgde nog een kortstondig gevecht
van man tegen man, waarin bijna alle verdedigers het leven
lieten.
Het R. H. 2 kostte bovenvermeld succes 4 dooden nl Eur sergt
Kiersch, Eur. fus. Baumgartner, Afr. fus. Luus en Lijm en vele
gewonden waaronder de reeds genoemde 2e Luitenant v. d. Zee.
1165