4. BEKNOPT OVERZICHT VAN DE GESCHIEDENIS VAN HET
3de BATALJON INFANTERIE.
{met 2 foto's).
Verstrekt door den Commandant van het korps.
Het bij de reorganisatie van het leger in 1830 in het leven
geroepen 3de Bataljon Infanterie maakte deel uit van een van de 8
mobiele korpsen, die een samenstelling hadden van 1 bataljon
Infanterie, 1 compagnie cavalerie en 4 stukken berggeschut. Den
24en Augustus 1833 werd aan het bataljon een vaandel uitge
reikt.
Na in de maand Juni 1848 te hebben deelgenomen aan de
2e expeditie tegen Bali, embarkeerde het korps, onder commando
van den Luitenant-Kolonel T. POLAND, in Maart 1849 op de
reede van Semarang, om deel uit te maken van de expeditionnaire
troepenmacht, die ten derde male tegen de Balische vorsten werd
uitgezonden.
Deze 3e expedite tegen Bali eindigde in Juni van datzelfde jaar.
De volgende expeditie, waaraan het korps deelnam was de
le expeditie van Boni, die duurde van 7 Januari 1859 tot 17
September 1859; op laatstgenoemden datum keerde het bataljon,
dat tevoren Banjoe-Biroe als garnizoen had gehad, te Semarang
terug.
Aanvankelijk bestaande uit 6 compagnieën, werden op den
len Augustus 1869 en op den 3en Januari 1870 respectievelijk
de 5e en de 6e compagnie van het korps opgeheven en gingen
de manschappen over naar het 4e en het 7e Bataljon Infanterie.
De resteerende 4 compagnieën bleven te Semarang in garnizoen.
In September 1870 echter werden de 5e en 6e compagnie we
derom opgericht en werd aan deze compagnieën Willem I als
garnizoensplaats aangewezen.
Den 19en Maart 1873 embarkeerde het korps te Semarang om
deel te nemen aan de le Expeditie tegen Atjeh.
Nadat de Kraton tot tweemaal toe door het bataljon was ge
nomen, werd het den 17en April op het strandbivak terugge
worpen en volgde kort daarop het embarkement naar Java.
In 1873 had de splitsing plaats in een Rechter- en een Linker-
Half Bataljon, elk ter sterkte van 4 compagnieën. Het R. H. 3de
Bataljon kwam tijdelijk in garnizoen te Willem I.
Den 27en November 1873 embarkeert het bataljon (R. H. en
L. H.) op de reede van Semarang voor vertrek naar Atjeh (2e ex
peditie), om eerst in 1915 gedeeltelijk vandaar naar Java terug
te keeren.
Tijdens de roemrijke Atjeh-periode verwierf het 3de Bataljon
voor een reeks wapenfeiten, in de jaren 1873 tot en met Maart
1876, de hooge onderscheiding, dat het vaandel den 14en Juni
1877 werd versierd met het teeken van de Militaire Willemsorde
1176