en de Atjeh-medaille bij dagorder voor het Indisch Leger 1877
No. 21 luidende als volgt:
Aan het Leger wordt bekend gemaakt, dat het Zijne Majesteit
den Koning heeft behaagd, bij Hoogst-Deszelfs besluiten ddo. 24
Maart 1877, No. 1, 3 en 2 (Indisch besluit ddo. 10 Mei 1877, No. 17).
lste. De vaandels van het 3de en 9de Veldbataljon van het
Nederlandsch-Indische Leger te versieren met de Atjeh-
Medaille, o.r:
Zij hebben deelgenomen aan de lste expeditie tegen het
rijk van Atjeh in de maand April 1873
Zij mede hebben behoort tot de troepenmagt der 2de
expeditie tegen dat rijk en zij sinds de maand December
1873, onafgebroken in haar geheel op het Oorlogsterrein zijn
aanwezig geweest
2de. Het vaandel van het 3de Bataljon van het Nederlandsch-
Indische Leger te versieren met het teeken Militaire
Willems Orde, o. r
Een buitengewoon roemrijk aandeel genomen te hebben
aan vele gevechten, op Atjehschen bodem geleverd.
Het met name bijzonder uitblinken bij de vermeestering
van kampong Lemboeh, den 25en December 1873,
terwijl die legerafdeeling ook na dien datum, hetzij in haar
geheel dan wel gedeeltelijk, tegenwoordig was bij schier
alle belangrijke ontmoetingen met den vijand
en dat zij gedurende de operatiën tegen de IV, IX en
XXVI Moekims, van 16 Januari tot 7 Maart 1876, opnieuw
uitblonk.
Hoofdkwartier, Batavia, den 14en Juni 1877.
De Commandant van het Leger en
Chef van het Departement van
Oorlog in Nederlandsch-Indië.
w.g. O. P. DE NEVE.
Belangrijke wapenfeiten waaraan het bataljon deelnam waren
6 Jan. 1874. Vermeestering van de missigit.
24 Jan. 1874. Inname van den Kraton.
7 Nov. 1874. Kpg. Lemboeh bij verrassing genomen.
28 Jan. tot Operatiën tegen de IX Moekims.
7 Feb. 1876. Gevechten bij Daroe, inname van de missigit
Oeleh-Soesoe, vermeestering van de benteng
Lamtjoet en van kpg. Atoeh.
1177
DAGORDER VOOR HET INDISCH LEGER 1877, No. 21.
TOEKENNING VAN MILITAIRE BELOONINGEN.