raga te gaan bezetten; de troepen zouden daarbij
de werken binnenrukken door een bres, welke door
de Baliërs diende te worden gemaakt.
De vorsten deden verschillende beloften, maar
het was duidelijk, dat zij de onderhandelingen zoo
lang mogelijk trachten te rekken.
Den 13en en 14en April werden wederom verken
ningen verricht tegen Djagaraga, terwijl door den
bevelhebber geëischt werd; dat den 15en April
's morgens vóór 6 uur bericht zou worden gezon
den, dat men met het slechten der werken begonnen
was; werd aan dien eisch niet voldaan, dan zouden
de troepen op dat uur naar Djagaraga oprukken.
Zonder eenig bepaald antwoord moesten de offi
cieren, commandanten der verkenningsafdeelingen,
naar het bivak terugkeeren.
Nog den 14en April vzerden bevelen uitgevaardigd
voor den marsch naar Djagaraga op den 15den.
Indeeling der colonnes.
Hoofdcolonne onder Co. van Luitenant Kolonel van Swieten, waar
bij de opperbevelhebber; bestaande uit het 5e en
het 13e Bataljon Infanterie met hulpwapens en diensten
zou den weg volgen van het strandbivak Sangsit
naar Djagaragaafstand één uur gaans.
Tweede colonne, onder Co van Luitenant Kolonel Le Bron
de Vexela, waarbij de Chef Staf de Brauw, zou langs
de Sangsit rivier eene verkenning verrichten, ten
einde na te gaan of langs dezen weg eene
omtrekking der stelling van Djagaraga mogelijk
zou zijn en tevens zwaar geschut kon worden
opgevoerd.
Deze colonne bestond uit het 7de Bataljon met
20 sappeurs en 2 mortieren op draagpaarden.
Reserve3de Bataljon onder Luitenant Kolonel Poland
met de bergbatterij, benevens 100 mariniers zou
den aan het strandbivak Sangsit achterblijven.
De opperbevelhebber verkeerde nog altijd in
de meening, dat de Balische vorsten wel tot de
overgave van Djagaraga zouden besluiten, wanneer
zij onze troepen zagen verschijnen. Dit verklaart,
dat zijne bevelen ten aanzien van de voeding en
verpleging der troepen, slechts berekend waren op
hunne afwezigheid uit Sangsit, gedurende één en
kelen dag; ook de noodige beschikkingen vooreen
aanval op de versterkingen bij Djagaraga bleven uit,
terwijl het positiegeschut, dat nog niet gereed was
om te volgen, niet werd afgewacht.
1200