expeditie, waarna het onafgebroken in Atjeh bleef en in 1877
terugkeerde naar het garnizoen Weltevreden, waar het door de
burgerij hartelijk welkom werd geheeten.
Waar het bataljon aan vele belangrijke gevechten deelnam en
zoo lang op het strijdtooneel vertoefde, mocht het de voldoening
smaken bij Koninklijk-Besluit van 24 Maart 1877 No. 1, 2 en
3 gerechtigd te worden het vaandel te versieren met de Atjeh-
medaille, welke zooals men weet vervaardigd was van het metaal
van het veroverde geschut, met de mutatie: „Aangezien het heeft
deelgenomen aan de Ie expeditie tegen het Rijk van Atjeh, in de
maand April 1873het mede heeft behoord tot de troepenmacht
der lie Expeditie tegen het Rijk van Atjeh en het sinds de maand
December 1873 onafgebroken in zijn geheel op het oorlogstoo-
neel is aanwezig geweest".
De aanhechting van de Atjeh-medaille vond op ceremonieele
wijze plaats op 18 Juni 1877 te Koetaradja, op welk tijdstip het
3e Bataljon de groote eer genoot dat zijn vaandel met de Wil
lemsorde werd versierd.
Dat het bataljon zijn aandeel heeft gehad aan den strijd, moge
blijken uit de verliescijfers; tot en met 1873 sneuvelden 3 offi
cieren, 44 Inlanders, 45 Europeanen en werden gewond 19 of-
ficiren, 172 Inlanders en 197 Europeanen.
Het korps mocht thans rust genieten tot 1888, toen de opstand
te Tjilegon uitbrak en het zich weer tot den strijd moest uitrus
ten en hiermede was het met de rust dan ook voor geruimen
tijd gedaan.
26 Juni 1894 vertrok het onder den Luitenant-kolonel v. La-
wick van Pabst naar Ampenan om deel te nemen aan de
Lombok-expeditie. Aanvankelijk leek het of van een strijd geen
sprake zou zijn; 11 Juli marcheerden de troepen voor het grootste
deel naar Mataram en Tjakra Negara en werden daar twee bi-
vaks opgericht. Alles scheen er op te wijzen dat de troepen
zonder strijd huiswaarts zouden keerencolonnes werden het
binnenland ingezonden om de rust tusschen Baliërs en Sasaks te
herstellen alles ademde pais en vree tot 26 Augustus de overval
plaats vond en de onzen groote verliezen leden. Men moest
terug naar Ampenan en een 2e expeditie was noodzakelijk, met
het gevolg dat het rijk Lombok ophield te bestaan.
Het is niet doenlijk in kort bestek het geheele verloop der
krijgsverrichtingen aan te geven, belangstellende lezers moge
verwezen worden naar de bekende boeken van Schoemaker, Cool
e. a.volstaan zal worden met een korte beschrijving van de
wederwaardigheden van de colonne Lawick van Pabst,
welke uit het binnenland terug keerde en in Tjakra Negara fei
telijk in een groote hinderlaag viel en waarbij het drama van de
capitulatie van de afdeeling Lindgreen zich afspeelde. Voorwaar
een welhaast eenig feit in de geschiedenis der oorlogen tegen
minder beschaafden.
1211