onhoudbaarder werd, besloot de Kapt. Lindgreen na middernacht
op te breken onder achterlating van de onvervoerbare gewonden.
Dit geschiedde, aanvankelijk met succes, doch door een ont
moeting met eenige Baliërs werd de aftocht ontdekt en werd de
troep genoodzaakt weer een nieuwe wijkplaats te betrekken,
welke echter nog minder dekking bleek op te leveren dan de vorige.
Toen nu ook de munitie schaarsch werd en de uitputting van
den troep bedenkelijke afmetingen aannam werd na een gehou
den krijgsraad de capitulatie aanvaard op den len September.
Wonder mag het heeten dat de gevangenen over het algemeen
goed werden behandeld en hen geen overlast werd aangedaan
ook de achtergelaten gewonden werden ongemolesteerd overge
bracht, zoodat de ijverige dokter Ujlaki zijne zorgen ook aan hen
kon besteden. Deze houding van den Balineeschen Vorst is ver
moedelijk voor een deel te danken aan de vrees, dat de compagnie
terug zou komen en hij de gevolgen van den overval thans be
gon te duchten.
Den 6en September kreeg Lindgreen vergunning te vertrekken
en men kan zich de ontroering aan beide zijden indenken, toen
de schare eindelijk door de eigen troepen werd begroet.
De schitterende revanche bij de 2e expeditie genomen behoef
ik niet in de herinnering te roepen, zij zal zeker nog niet ver
geten zijn. Aangevuld en versterkt, verlangden de troepen er naar
den verraderlijken overval te bestraffen. De gesneuvelde commandant
van Lawick van Pabst was vervangen door den Overste Scheuer,
bekend om zijn lijfdeuntje „Alles kost een dubbeltje".
Systematisch werd thans opgerukt, waarbij het bataljon een
groot aandeel had in verschillende gevechten, welke tot even
zoovele overwinningen leidden, waarbij wij echter niet zullen
stilstaan.
Bij het vertrek van Lombok op 8 December 1894 werd door
den expeditie-commandant Generaal-majoor Vetter aan het bataljon
een gouden pajong aangeboden onder de bewoordingen ,,ln de
overwinningen te Pagasangan, Pasingahan, Mataram en Tjakra
Negara behaald, heeft het 9e Bataljon een ruim aandeel gehad;
steeds was het in de voorste linie en overal heeft het de spits
afgebeten. En het verkregen succes dankte het aan zijn kranigen
en dapperen chef. Ik schenk hierbij aan het 9e Bataljon een der
teekenen van vorstelijke waardigheid, een der gouden pajongs
door het 9e Bataljon te Mataram veroverd, opdat het deze als
een oorlogstrophee moge medenemen naar Batavia". Deze pajong
is nog steeds in het bezit van het korps.
Behoudens uit de schenking van dit trophee, blijkt ook uit
de verliezen die gedurende de expeditie op Lombok werden
geleden, dat het bataljon een ruim aandeel heeft gehad in de
gevechten. In totaal waren gesneuveld 6 officieren, 16 Inland-
sche en 22 Europeesche militairen en gewond 5 officieren, 49
Inlanders en 47 Europeanen. Ook de verleende onderscheidingen
1213