geven hiervan een beeld 3 kruisen Willemsorde 3e klasse wer
den verleend (Lindgreen, Chiistan en Scheuer) benevens 15
4e klasse, 10 eervolle vermeldingen, terwijl werden ingeschreven
6 4e kl. en 4 eervolle vermeldingen.
Slechts 2 jaren mocht het korps van de welverdiende rust
genieten in 1896 zien we het terug op Atjeh als versterking
van de troepenmacht tijdens het overloopen van T. Oemar. Aan
meerdere gevechten nam het deel bij de aflossing der bezettingen
van de posten, de operatiën in de verschillende moekims en
tegen T. Oemar. Aan verliezen betreurde het 1 officier, 4 Inlan
ders en 8 Europeanen gesneuveld 5 officieren, 63 Inlanders en
104 Europeanen gewond, terwijl werden verleend 9 Willemsorden
4e kl. en 11 eervolle vermeldingen.
In 1899 was het korps weer vereenigd in het nieuwe garni
zoen Tjimahi.
29 Mei 1903 vertrokken 2 cieën naar Djambi, om 25 Septem
ber terug te keeren (4 gesneuvelden 8 gewonden).
12 Juli 1905 nam het deel aan de Celebes-expeditie; het
maakte de mislukte landing bij Patiro mede, nam deel aan de
landing te Badjowe, terwijl daarna tochten werden gemaakt in
Bone Sidenreng Soppeng en Loewoe.
1906 keerde het bataljon terug naar Tjimahiaangezien door
de in deze periode uitgezonden expedities alle buitengewesten
geheel aan het Nederlandsch gezag waren onderworpen en geen
nieuwe krijgsverrichtingen meer noodig waren, brak er thans
een onafgebroken rustperiode aan, waarin slechts eenige formatie
wijzigingen plaats vonden, tot de huidige werd verkregen waar
bij het bataljon thans telt 1 Manadoneesche, 2 Inlandsche cieën
en 1 Militie-compagnie, terwijl voorts een nog niet officieel op
gerichte subsistenten-afdeeling tot het korps behoort.
Voorwaar een schoone staat van dienst, waarop het korps
trotsch mag zijn.
De hemel verhoedde dat het weder opnieuw ten strijde wordt
geroepenmocht dit echter onverhoopt toch het geval zijn, dan
staat deze korpsgeschiedenis en den geest van het Nederlandsch-
Indische leger borg dat het bataljon ook dan zijn plicht zal weten
te doen.
1214