Terloops mochten we hiervóór in herinnering brengen, dat het vraagstuk van de scheiding van het leger in het moederland en het Indische leger in latere jaren meermalen een punt van bespreking heeft uitgemaakt, i) Geheele vereeniging van de beide legershet leger in Nederland en dat hier te lande heeft in het midden der vorige eeuw ern stig in de bedoeling gelegen van de Regeering, blijkens het Koninklijk besluit van 29 September 1849 No. 102 (Recueil Mi litair), betreffende de overplaatsing van officieren van het leger in Nederland naar het leger h. t. 1. Het laatste artikel vangt aan met de woorden Bij een eventueele vereeniging van het leger in Oost-Indië met dat hier te lande, wordt de onderlinge verhouding der officieren van beide legers, met betrekking tot hun rang en anciënniteit nu en vooralsdan vastgesteld, enz.". In dit verband mag nog de vraag opgeworpen worden of dit vraagstuk al of niet anders geformuleerd, - zooals de fusie der beide officierskorpsen, het brengen van het Indische leger onder den minister van oorlogthans van Defensie nog gerekend kan worden onder de groote legervraagstukken welke ons thans, of in de toekomst zullen, bezighouden. In den tijd dat men in Nederland nog ernstig aan vereenigen dacht, beschouwde men h. t. 1. het vraagstuk als opgelost. Schreef b. v. een Indisch legercommandant, de generaal Cochius, in zijn advies over het denkbeeld van den generaal GAGERN (1844-45) om een uit Europeanen samengesteld bataljon van het leger in Nederland in Indië garnizoen te doen houden en om de zes jaren door een ander bataljon uit Nederland te doen aflossen, niet „dit is mijns oordeels, wel de ongelukkigste en schadelijkste maat regel voor 's landsdienst, welke men zou kunnen nemen Zeker zal men gezien het huidige systeem van legervorming in Nederland niet opnieuw tot een dergelijk voorstel komen. Toch schreef een ongenoemd schrijver in 1896 2) het brengen van het Indische leger onder den minister van oorlog in beschouwing nemende „Er is veel, dat voor deze gewichtige verandering pleit" om daaraan nog toe te voegen „Terugkeer naar den toestand van vóór 1830 wil echter niet zeggen „vereeniging van de beide legers, fusie van de twee officierskorpsen, troepenbewegingen tusschen Nederland en de Koloniën op de Britsche en Fransche manier". Het ligt niet in onze bedoeling hier dit vraagstuk verder te be handelen. Wel om te suggereeren dat het wel eens opnieuw onze aandacht zou kunnen vragen en zulks naar aanleiding van het 1136 Men zie bijv. Het rapport der commissie, ingesteld bij K B. van 21 October 1898 no. 15 in zake samensmelting van de officierskorpsen van het leger in Nederland en in de Koloniën en bezittingen des Rijks in andere werelddeelen. Dit rapport bevat een volledig historisch overzicht van het vraagstuk. 2). I.M.T. 1896. Het Indische leger onder het Ministerie van Oorlog.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 8