99
het bat. waaraan hij is toegevoegd, geeft verslag aan zijn comdt. en volgt
de gebeurtenissen, zich daarbij plaatsende op het standpunt van den comdt.
en den troep, die hij vertegenwoordigt, en beoordeelt het moment, waarop
zijn chef moet worden ingelicht".
Onder „Défense contre les chars de combat": „Het S. C. spreekt van be
strijding van de vechtwagens met behulp van inf.-geschut, mijnenwerpers en
mitrs. met bijzondere munitie. Maar wij hebben die middelen niet! Het
werkelijke en eenige middel dat thans ter onze beschikking slaat is het veld
kanon, direct vurende, tot op 700 a 800 meter". „Die kanonnen moeten
vooruitgeschoven worden tot in de inf.-opstellingen, omdat ze tot op 700
a 800 meter moeten vuren, d. w. z. (we noemen getallen om de gedachten te
bepalen) op ongeveer 300 a 400 meter achter de voorste lijn van weerstand,
d. i. in de weerstandstrook".
Verder wordt besproken het verded. gevecht in bijzondere omstandigheden,
en daarvan: „Défense d'un cours d'eau; „défense des' localités" en „défense
en forêt".
Mil. Wochenblatt. No. 8. Augustus 1930. Luftschutz marschierender
Truppen". „Bij den marsch in breede ontplooiing zie men bij het verschijnen
van enkele vijandelijke vliegtuigen af van maatregelenbij „geschwaderweise"
opduiken, de uitwerking van een vliegeraanval door verdere ontplooiing
verijdelen.
„Als richtsnoer moet geldenden marsch voortzetten zonder te letten op
den toestand in de lucht. Anders bestaat gevaar dat door verschillende be
oordeeling van het luchtgevaar, de troepenmacht wordt uiteengetrokken, om
dat sommige colonnes te vaak halt houden in plaatsen, welke dekking geven
tegen vliegers, en de overige doormarcheeren".
Verder in M. W. No. 8. Zusammenarbeiten der Waffenmit Kampfwagen".
Schr. vraagt zich af (n. a. van het gelijknamige art. in M. W. No. 2) of de
tank op de ondersteuning van andere wapens mag rekenen. „De laag vliegende,
gepantserde „Schlachtflieger" is ongetwijfeld „befahigt", tankafweerkanonnen
zoo met mitr. vuur te overstelpen en met bommen aan te vallen, dat zij
belangrijk worden gehinderd".
Mil. Wochenblatt. No. 9 en 11. 1930. Zusammenarbeiten der Waffen
mit Kampfwagen"Het koppelen „van de beweging van tanks met inf., ja zelfs
met paarden bespannen art., is een onding, omdat deze niet kunnen meekomen,
zij het dat de tanks hunne snelheid kunnen aanpassen wat met zelfmoord gelijk
staat". Verder: „Voor de vechtwagens gaat het bij de samenwerking met de
„schlachtentscheidenden" wapens in de eerste plaats om snelle, wat ruimte
en tijd betreft begrensde voorwaartsche stooten. Hun aanvalsdoelen zullen
daarom meestal binnen gevechtsbereik der andere wapens liggen. Een „Über-
wachung" van hun voorwaarts gaan door art. en door zware inf.-wapens uit
hooger liggende of flankeerende stellingen, zal derhalve vaak mogelijk zijn.
Een onmiddellijk begeleiden van hun aanval door geschut en zware inf. wapens
is niet noodzakelijk. Daarvoor voeren de vechtwagens zelf geschut en mitr".
„Groote „Panzerwagenverbanden" moeten worden toebedeeld aan gemotori
seerde inf.-, art.- en pionierafdeelingen".
Mil. Wochenblatt. No. 10 en 11. 1930. Oedanken über Marschierung".
„Wanneer het voorbeeld (nl. bij den marsch door vlak, overzichtelijk terrein,
zonder belangrijke terreinafscheidingen) het typische geval aangeeft, waarin
de voorhoede op '/e der sterkte kan worden bepaald, en waarbij voor een
marschcolonne van 2 regimenten, één bataljon voorhoede voldoende is, kan
niet worden ingezien, waarom het toevoegen van een derde reg. met bijbe-
hoorende art. reden moet geven tot versterken van de voorhoede". „De
colonnelengte van een moderne divisie is zóó groot, dat het achterste regt.
nauwelijks „berührt" wordt door een gevecht der voorhoede". „Het lijkt
derhalve denkbaar dat in bepaalde gevallen een heele divisie slechts één ba
taljon" voorhoede heeft". Verder: „Een te sterke voorhoede zal zich eerder
in een ongewenscht gevecht vastbijten, wanneer ze ontplooid is, dan wan-