Bezien wij thans het plan zooals dat inderdaad door de Roemeensche legerleiding ontworpen was.1) In verband met de moeilijkheden verbonden aan het overschrij den der bergpassen, wilde men deze door een verrassenden aan val van sterke voorhoeden vermeesteren. Onder dekking van deze voorhoeden zou vervolgen de eigenlijke opmarsch plaats hebben in de bekkens van Petroseny, Kronstadt en W van de Alt, welke men op den 17en mobilisatiedag rekende voltooid te zullen zijn. Hierbij zou het I Leger door de passen bij Petroseny en Herman- stadt oprukken, het II Leger door de passen Z. van Kronstadt, terwijl het IV Leger uit Moldavië komende de Karpathen zou overschrijden. Vervolgens wilde men het links zwenken met I Leger als spil, tot het II en IV Leger de Maros bereikt zouden hebben. Men meen de, dat reeds tijdens deze beweging de Centrale rechtervleugel zou terugwijken, zoodat het Russische leger van Broessilow zich rechts van het IV Leger zou kunnen aansluiten. De Maroslinie zou dan als operatiebasis zijn ingericht, waarop de veldtocht in Hongarije kon aanvangen. Het II en IV Leger zouden daarbij, op den linkervleugel versterkt door 2 divisies strategische reserve, met den hoofddruk over Klaussenburg en Groszwardein in de richting van Boeda-Pest oprukken. Men rekende eerstge noemde plaatsen respectievelijk den 29en en 39en mobilisatiedag te kunnen bereiken. Het 1 Leger zou door het Marosdal het Banaat binnenvallen en samenwerken met het naar het N. rukkende Salonikileger. Dit operatieplan heeft dus met het onze gemeen, dat de Roe meensche hoofdmacht zich eveneens naar het N. W richtte, ten einde over Klausenburg Hongarije binnen te rukken De andere krachtverdeeling over de passen is hierbij niet van overwegend belang, daar deze haar oorzaak kan vinden in aan- en afvoer- moeilijkheden, welke wij niet ten volle kunnen overzien, terwijl de eigenlijke strategische groepeering eerst in Zevenburgen zou plaats vinden. Een ernstige fout achten wij evenwel het inhouden van den linkervleugel, instede van hier door een stoutmoedigen stoot den Z. W. toegang tot Zevenburgen in bezit te nemen. Vrees voor een partieelen nederlaag der daartoe in te zetten krachten, gegrond op overschatting van den tegenstan der, kan hieraan niet vreemd zijn geweest. Droeg de Roemeensche opmarsch hiermede evenwel den kiem der mislukking in zich Geenzins. Als een krachtig slagfront konden de 3 Romeensche legers hun linksche zwenking uitvoeren, de zwakke Oostenrijk- Hongaarsche troepen voor zich uitvegende, mits slechts de stu wende wil aanwezig was, die dit slagfront voorwaarts dreef naar 12 Volgens Kiszling „Der Feldzug gegen Rumanien 1916", „Mi!, wissenschaft- liche und technische Mitteilungen" 1929, blz. 7.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 12