de Maroslinie, alvorens den vijand zich hier voor den tegenaanval
gegroepeerd had.
Het vorenstaande samenvattende leidt tot
Conclusie II: „De Roemeensche opmarsch in
Zevenburgen moest als einddoel hebben, het
bereiken van de lijn: Bistritz-Klausenburg,
teneinde van hier uit den Centralen rechter
vleugel aan te gr ij pen. Hierbij dienden de Z.W.
toegangspoorten tot Zevenburgen, bij Peski
en Hatszig, zoo snel mogelijk te worden afge
sloten. Het R o e m e e n s c h e o p e r a t i e p 1 a n r i c h 11 e
zich naar hetzelfde einddoel, doch liet laatst
genoemde maatregel achterwege. Het welslagen
der operatie bleef evenwel ook op deze w ij ze
m o g e 1 ij k.
c. Het operatieplan der Roemeensche rug
dekking naar het Zuiden.
Aangezien nog vier dagen na de Roemeensche oorlogsverklaring
aan Oostenrijk-Hongarije de Bulgaarsche grens geopend bleef
voor internationaal verkeer, kan worden aangenomen, dat de
Roemeensche legerleiding vrij nauwkeurig op de hoogte was van
de concentratie der Centralen in N. Bulgarije. Zij wist dus dat
zich, onder Veldmaarschalk van Mackensen, een Bulgaarsch leger
van 3 I. D. en 1 C. Dversterkt met enkele Duitsche eenhe
den, aan de Dobroedsja grens bevonden en dat verder langs den
Donau slechts zwakke afdeelingen geposteerd waren.
De overige Bulgaarsche troepen werden door Sarrail gebon
den, terwijl aanvoer uit de Midden-Staten slechts kon plaats
hebben langs de meergenoemde lijn Nisj-Sophia-Gorna Orecho-
witza (-f- 450 K M,). Dit was een enkel spoorbaan, met een
capaciteit van 5-6 treinen, van 70 assen ieder, per dag. Een snelle
troepenverschuiving hier langs viel dus niet te vreezen
De werkzaamste manoevre ware thans verkregen door
met een vijftal divisiën bij Zimnitza den Donau over te steken en
op te rukken naar de Bulgaarsche spoorlijn Sophia-Plewna-Soemla,
de aanvoerlijn van Mackensen, die hier slechts 40 K. M van den
Donau verwijderd is. Mackensen ware dan gedwongen geweest
om te keeren en met verkeerd front den slag aan te nemen. Een
dergelijke operatie werd, zooals wij reeds bespraken, door de
O. H. Donau flotille evenwel tot onuitvoerbaar gestempeld. Er
bleef voor een aanvallend optreden dus slechts een onderne
ming uit de Dobroedsja over.
Teneinde hier voldoende overmacht, te stellen op 5 1. D.,
bijeen te brengen, hadden bij onze krachtsverdeeling tusschen
13
Zie hierbij schets 2.