Zevenburgen en het Z. slechts 2 1. D. aan den Donau kunnen
worden gelaten. Men liep dan het gevaar, dat Mackensen zou
antwoorden door zelf de Donau te overschrijden en op Boekarest
aan te rukken, waarmede Roemenië in het levenscentrum bedreigd
werd. De onderneming uit de Dobroedsja diende o. i. dus uitge
steld te worden tot de beloofde Russische troepen ter plaatse
waren en hiermede een voldoende stootgroep kan gevormd wor
den, zonder den Donau los te laten. Tot zoolang moest Roemenië
zich hoeden voor partieele nederlagen. Dit had o. i. kunnen ge
schieden door 4 I. D. te bestemmen voor een offensieve rivier
verdediging op eigen oever en 3 I. D. zich te doen vastzetten ten
Z. van den spoorweg Cernavoda-Constanza, ter dekking hiervan
en van den opmarsch der Russen. De vestingen Tutrakan en
Silistria hadden daarbij noodgewongen ontruimd moeten worden
Vergelijken wij hiermede de Roemeensche opstelling dan
zien wij hoe 5 I. D. op den N. Donau oever bleven, terwijl 3
1. D. in de Z. Dobroedsja over een groot rayon versnipperd wer
den, blootgesteld aan partieele vernietiging.
Dit leidt ons tot
Conclusie III: „Gegeven het feit, dat de O. H. Donau
flotiljede Donau beheerschte, had Roemenië
zich in het Z. aanvankelijk moeten bepalen tot
een offensieve r i v i e r v e r d e d i g i n g op eigen
oever en een hardnekkige verdediging Z. van
den spoorweg Cernavod a-C onstanza, om daar
na, met behulp van Russische krachten, uit de
Dobroedsja het offensief te nemen. Door de
Roemeensche opstelling stond 5/8 der beschik
bare krachten werkeloos toe te zien, hoe 3/8 zich
aan partieele vernietiging blootsteld e".
Zie schets 1.
14