en tweede instantie moeten worden genomen, duidelijk worden aangegeven, dan wel de grenzen der te vermeesteren terreindee- len duidelijk zijn bepaald, of zooals het in het Nederlandsche voorschrift heet tusschendoellijnen worden aangewezen om te voorkomen, dat te dicht tegen het eigen artillerievuur wordt opgedrongen, met de noodlottige gevolgen daarvan. Heeft men dus besloten het zwaartepunt van den aanval te leggen in een bepaald vak, met het doel daarbij al dadelijk over een belangrijke diepte door te dringen, dan is het m i. noodzakelijk, dat de compagnieën, die den aanval hebben uit te voeren van den aanvang af in kennis worden gesteld met het achtergelegen tweede aanvalsobject, zoodat de aanval geheel en zonder stagnatie volgens het vastgestelde plan kan worden uit gevoerd. Na het bepalen van het zwaartepunt van den aanval moet hier mede zooals hiervoren reeds werd opgemerkt, met het groepeeren der overige strijdkrachten rekening worden gehouden. Is derhalve een bataljon of zijn in Divisieverband bijv. twee voorbataljons in de vijandelijke opstelling doorgedrongen, dan moet dit succes worden uitgebuit, door het onmiddellijk doen volgen van gereedstaande strijdkrachten, mitrailleurs en reserveafdeelin- gen om zich te richten tegen de flanken der stand houdende vijandelijke afdeelingen om aldus en zoo mogelijk met steun van beschikbaar gekomen artillerie de bres te verwijden. Ook strekt het tot aanbeveling om op het front waar het zwaartepunt wordt gelegd, de frontbreedte der aanvallende troe pen te beperken, teneinde meer steun uit de diepte te kunnen putten. Zooals hiervoren reeds is betoogd, is het vorenomschreven schema niet zonder meer steeds uit te voeren en moet hiervan in bepaalde gevallen worden afgeweken. Zoo is het bijv. mogelijk, dat in verband met de gesteldheid van het terrein voorhands volstaan kan worden, met het over geringere diepte doordringen in 's vijands stelling bijv. als ge volg van een achter het eerste object gelegen open terrein, zoo dat er de voorkeur aan wordt gegeven, om na vermeestering van dit object in een nevenvak de vijandelijke stelling binnen te dringen. In dat geval moet na het eerste succes het zwaartepunt van den aanval worden verlegd naar dat nevenvak en in stede van een vuur II in de diepte, eerst een vuur op de vijandelijke stelling tegenover dat nevenvak worden gelegd, afgegeven weer naar de beginselen van het hiervoren geschetste vuur 1. Maar dan zal ook van den aanvang af hiermede met de groe peering der strijdkrachten rekening moeten worden gehouden. In het algemeen is het gewenscht en de Ned. gevechtshandlei ding schrijft zulks ook voor, dat te voren een aanvalsplan door den troepencommandant worde ontworpen, gebaseerd op de sa- 19

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 19