De voor de geleverde artikelen te betalen prijzen worden be paald overeenkomstig de plaatselijke marktwaarde en worden geacht te zijn aangeboden op het moment, dat een bewijs van ontvangst der gevorderde artikelen, tevens vermeldende het te betalen bedrag, aan den eigenaar of zijn vertegenwoordiger is overhandigd (art. 113, ten le en art. 115, ten 4e). De eigenaar of bezitter van de gevorderde artikelen heeft ge durende 3 weken na „aanbieding" of „betaling" van het aldus bepaalde bedrag gelegenheid om zijn bezwaren hiertegen kenbaar te maken, hetzij rechtstreeks bij de betrokken graafschapsrecht bank, hetzij in den vorm van een inededeeling aan het legerbe stuur, dat een uitspraak van de graafschapsrechtbank zal worden gevraagd, indien niet op andere wijze tot overeenstemming wordt gekomen (art. 113, ten 3e). In het laatste geval zal de termijn van 3 weken worden ge acht opnieuw aan te vangen, wanneer de eigenaar van het leger bestuur bericht ontvangt, dat geen verandering in het aangebo den of betaalde bedrag zal worden gebracht. De rechter van de betrokken graafschapsrechtbank zal ten slot te bij uitblijven van overeenstemming in hoogste instantie het te vergoeden bedrag vaststellen (art. 113, ten le). De vorm van dit proces is in een afzonderlijke bijlage (VI) geregeld (art. 113, ten 2e). De artikelen 116, 117 en 118 stellen geldboetes vast, op te leggen onderscheidenlijk aan politie-dienaren, personen, waarvan gevorderd wordt en militairen, bij overtredingen van de t. z. van de vordering geldende bepalingen. Zoo blijkt uit art. 117, dat een persoon, die weigert om het gevorderde te leveren, slechts blootgesteld is aan een geldboete, maar niet kan worden gedwongen het gevraagde toch af te staan, m. a. w. inbezitneming is bij een gewone „requisition of emer gency" niet geoorloofd. Zoodra echter de „reserve" onder de wapenen is geroepen (if a proclamation ordering the Army Reserve to be called out on permanent service is in force), worden de bepalingen verscherpt en is de in art. 115 (3) bedoelde officier gemachtigd, om bij weigering tot uitvoering van de door den vrederechter uitge vaardigde opdrachten tot levering, tot inbezitneming over te gaan ito seize), c. q. met gebruikmaking van geweld (and if need be by force). Ook dan blijven echter de gewone bepalingen i.z. „betaling" e.d. van toepassing (art 115, ten 8e). In de door „the Times" uitgegeven „Documentary History of the War", Vol. V, Military, Part 1, vindt men achtereenvolgens twee besluiten des Konings opgenomen, resp. d. d. 4 en 10 Augustus 1914, waarbij overeenkomstig het bepaalde in art. 115 van de Army Act uitdrukkelijk wordt geconstateerd, dat een „noodtoestand" bestaat en waarin verder aan generaals en 34

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 34