Voor zoover wij kunnen nagaan, o. a. door gesprekken met terzake alleszins tot oordeelen bevoegde personen, schijnen kle- wanghouwen op de linkerhand en vingers als gevolg van het weren met de karabijn niet zoo veelvuldig voor te komen, als weieens beweerd en waarvoor dan ook gevreesd wordt, In ieder geval moet naar onze overtuiging als een fout worden beschouwd, dat uitsluitend om dergelijke redenen de karabijn niet actief mag worden gebruikt. Beter ware het middelen te bedenken om de linkerhand te beschermen, b. v. door het aanbrengen aan de ka rabijn van een afschroefbare beugel (kom). Ook blijkens onze ondervinding bij de beoefening van het gevechtsschermen (handgemeen tegenover tegenstanders), waar bij bij wijze van proef door ons toegestaan is, om de karabijn actief te gebruiken, is, niettegenstaande tientallen gevechtspar tijen geleverd zijn nog nimmer een ongeluk gebeurd met de lin kerhand als gevolg van het weren met de karabijn. Naar aanleiding van het bovenontwikkelde bepleiten wij dan ook a. het actief gebruik van de karabijn b. de wederinvoering der steken met de klewang, en wel met het scherp omhoog, c. invoering van voorwaartsche passen, waarbij de achterste voet vóór den voorsten gebracht wordt en waarbij de mogelijk heid moet bestaan, om ook met den rechtervoet, welke in den loop van het gevecht achterste voet kan zijn, bedoelde voor waartsche passen te maken. Ten slotte lijkt het ons niet ondienstig, om van den afgerichten recruut te eischen voldoende bedrevenheid in het handgemeen, niet alleen tegenover doelen (zooals het V. O. I. aangeeft), doch ook tegenover den enkelen tegenstander, waarbij deze niet enkel met de klewang moet worden bewapend, maar ook met klewang èn rentjong, met geweer en bajonet, dan wel met lans. Onze ervaring bij de recruten zegt ons, dat er nog ruimschoots tijd is, om hen zoover op te leiden. Gedurende de voortgezette opleiding bij de veldbataljons, waar niettegenstaande den langeren duur (de voortgezette opleiding duurt 1 jaar, tegen de recruten- opleiding voor Javanen, enz. 8 maanden) niettemin zoo veel min der voor het gevechtsschermen kan worden uitgetrokken, kan dan de rest beoefend worden. 37

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 37