niet middels een telefoontoe stel te verbinden met den ba taljonsschakelaar. Aanbeveling verdient dit echter niet daar deze schake ling bijzonder veel werk geeft voor de centrale-telefonisten. Ik heb dan ook in geen enkel schema deze schakeling aan gegeven. II. HET AANTAL AANSLUITINGEN EN GESPREKKEN. De Infanterie- schakelaar. Met de bij de Infanterie be schikbare telefoontoestellen en bij toepassing van schema 2 waar we dus 6 aangeslotenen hebben, kunnen tegelijkertijd drie onafhankelijke, ongestoor de gesprekken gevoerd worden door telkens twee posten. Ik leg er hierbij tevens den nadruk op dat die drie tege lijk gevoerde gesprekken ab soluut inductie-vrij zijn. Bij de door mij voorgestelde con structie-wijziging aanbevolen in I. M.T. 1930 No. 3. blz. 263, fig. 3 en 4 is het mogelijk dat b v. de bataljons-comman dant aan eenige posten gelijk tijdig hetzelfde mededeelt, ter wijl toch de bediener onderwijl kan reageeren op een oproep van een post. De centrale Siemens en H a 1 s k e. Het aantal aansluitingen, bij de centrale voor 6 aansluitingen, is gelijk aan dat van den lnf. schakelaar. Ook hierbij kan een der posten aan eenige andere posten ge lijktijdig iets mededeelen. Overigens geen gegevens. III. HET OPROEPEN. De Infanterie-scha- k e 1 a a r. Het oproepen geschiedt niet met de schel, zooals Luitenant Schoondorp op blz. 679 meent, doch met den zoemer. De centrale Siemens en H a 1 s k e. Het oproepen geschiedt met de schel, terwijl dit met den zoemer onmogelijk is (volgens den heer Canter Visscher is 45

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 45