raderen j. (Actieve resp. passieve stand). Van elk letterrad
is één pen (met een cirkel) gemerkt deze wordt genoemd
de eerste pen, de daaropvolgende de tweede pen, enz.
2 stroomwisselaars (collectors) m, elk bestaande uit 5 mes
singen ringen welke door eboniet van elkaar zijn geïsoleerd.
Elke ring is verbonden met 2 contactschijven, welke zich aan
de binnenzijde der 2 raderen v bevinden en waartegen 5 vee-
rende contactpennen w drukken. Terweerszijden van eiken
collector m bevinden zich 2 rijen van 5 metalen borstels, 1
tegenover eiken ring. Deze rijen kunnen beurtelings tegen den
collector rusten, afhankelijk van den stand van den omkeer-
schakelaar o (chiffreer resp. déchiffreerstand). De borstels
dienen voor den stroomovergang op den collector. Elke strooin-
wisselaar is vast verbonden aan een letterrad v en draait dus
met deze mee. Elke ring van den rechter stroomwisselaar is
via de pennen w verbonden met een spoel s en diens anker z
en kan hierdoor in verbinding komen met een groep van 5
lampen. Elke ring. van den linkerstroomwisselaar echter staat
in verbinding met 1 contactveer y van elke groep van 5 lampen,
een modificator bestaande uit 2 groepen, elk van 5 messingen
contactpennen q. De linker groep pennen is gemerkt met A,
E, I, O. U de rechter groep met L, N, R, S, T. Deze pennen
staan in verbinding met de pennen w en dus ook met de
stroomwisselaars m zij kunnen in willekeurige volgorde in
de daarvoor bestemde contactbusjes geplaatst worden. Hier
door kunnen de verbindingen, welke vanaf de 10 contacten c
bij het toetsenbord loopen naar de lampen en c.q. daarna
over ax naar de spoelen van de schrijfmachine- op 515!
14400 wijzen worden gevarieerd, waardoor de lettervolgorde
bij het aanslaan van éénzelfden toets veranderd wordt en dus
invloed wordt uitgeoefend op de wijze van vercijferen van een
bericht.
een omkeerschakelaar o, welke 3 standen heeft, n.l. een stand
voor het chiffreeren, een stand voor het déchiffreeren en een
derde ertusschen in. De eerste stand wordt aangeduid met C
de tweede met D. De schakelaar dient om de stroomrichting
in een bepaalde lampenketen om te draaien door hetzij de
eene rij, hetzij de andere rij borstels tegen de collectorringen
m aan te leggen, zoodat hetzelfde apparaat geschikt is zoowel
voor chiffreeren als voor déchiffreeren. De derde stand dient,
om de goede werking van lampen en contacten na te gaan,
wat steeds geschieden moet vóór het apparaat in gebruik
genomen wordt. In dezen stand n.l. verschijnt op het lampen
tableau dezelfde letter als die van den neergedrukten toets,
onafhankelijk van den stand van v, h, i en q. Defecte lampen
of uitgewerkte elementen kunnen dan tijdig worden verwisseld
en vuile contacten worden schoongemaakt.
63