Worden 2 berichten verzonden bij denzelfden stand i en q en
denzelfden beginstand der 6 letterraderen, dan zijn de verkregen
cryptogrammen precies aan elkaar gelijk (verg. ad 3e, blz. 65).
Hoewel zulks een aanwijzing zou kunnen geven voor het ont
sluieren en dus als een nadeel kan worden aangemerkt, staat
daar toch tegenover, dat hierdoor eventueel gemaakte fouten
kunnen worden opgespoord. De ontvanger, welke beschikken
moet over precies eenzelfde apparaat als de afzender, dient dus
teneinde een ontvangen cryptogram te kunnen ontcijferen, bekend
te zijn met
le. de plaatsing der pennen i
2e. den beginstand der raderen, aangenomen bij het verzenden
van het betrokken bericht
3e. de volgorde der contactpennen q.
Het aangeven van den stand der pennen i kan b. v. geschieden
door het aangeven van een bepaalden zin uit het een of
ander boek of reglement. Afgesproken kan dan worden, dat
b. v. de opeenvolgende klinkers uit dezen opgegeven zin de
actieve standen voorstellen en de medeklinkers de passieve. De
eerste 23 letters van den opgegeven zin gelden dan voor het
eerste rad h, de daaropvolgende 21 letters voor het 2e rad h,
enz. terwijl de standen der pennen per rad afgeteld worden van
af de gemerkte pen. B. v., de sleutelzin luidt
J_n den be_wegi_ngs o orl o g mo e/t aan
1 2 345 6 7891011121314 15 1617181920 2122 23 1 2 34
den vijand worden be let
5 6 7 8 910111213 14 15 16 17 18 19 20 21 1 ~2 3
Voor het eerste rad wordt dus de eerste, vierde, 7de, 9de,
11de, 15de, 16de, 19de, 22ste en 23ste pen in den actieven
stand, d.i. hier naar rechts geplaatst; de overige pennen van
dit rad naar links. Voor het 2e rad h wordt de 2e, le, 6e, 9e,
11e, 15e, 18e en 21e pen naar links en de overige naar rechts
geplaatst, enz.
De aanduiding der andere factoren kan op verschillende wij
zen worden geregeld, welke hier echter onbesproken zullen blij
ven.
Het déchiffreeren geschiedt met de bovengenoemde gegevens
en de omschakelaar o in den stand D. Bij gebruik van de schrijf
machine wordt de klare text direct op het papier getikt; anders
moet deze van de verlichte vensters worden afgelezen.
Bij het chiffeeren moet voor elke ruimte tusschen twee woor
den (cijfers), alsmede bij den overgang van letters op cijfers (of
omgekeerd) een bepaalde toets worden neergedrukt, precies zoo
als zulks gebeurt bij het typen op een gewone schrijfmachine.
67