(code) of bepaalde teekens. In dit laatste geval spreekt men ook wel van „stthografie". De aldus vercijferde klare tekst noemt men den crypto-tekst of het cryptogram (bij omzetting in code den code-tekst). Code-teksten en cryptogrammen kunnen nogmaals (doch dan bij voorkeur volgens een ander systeem) worden vercijferd men spreekt dan van „dubbele vercijfering" of „hervercijfering". „Ontcijferen" (décodeeren) van een cryptogram (code-tekst) is de omgekeerde bewerking, dus het omzetten daarvan in klaren tekst, wanneer systeem en sleutel bekend zijn. Hiervoor heeft men uiteraard geen cryptologen van noode. „Ontsluieren" daarentegen is het in klaren tekst omzetten van een cryptogram of code-tekst, zonder dat men omtrent systeem, sleutel en c.q. de taal, waarin het is gesteld, iets weet. Dit ontsluieren nu kan slechts geschieden door vakmenschen, de cryptologen, en dan nog vaak slechts, wanneer toeval en geluk een handje meehelpen. Onder ongunstige omstandigheden (d.i. bijv. wanneer men weinig „materiaal" heeft, of wanneer men te doen krijgt met nog onbekende systemen) kan de ontsluiering vaak maan denlang onafgebroken en ingespannen arbeid vorderen. De „sleutel" van een geheimschrift is een getal, een woord, zin, schema enz. waarop het stelsel van dat geheimschrift is opgebouwd. De sleutel is in algemeen zin gesproken de kern van het ge heimschrift, welker geheimhouding tot het uiterste moet worden verzekerd, daar het kennen of vinden van den sleutel tevens insluit het kennen van het geheimschrift in zijn geheel. Eventueel verder nog te gebruiken cryptografische termen zal ik ter plaatse in den tekst toelichten. Het gebruik van geheimschrift zij het ook aanvankelijk van in onze oogen kinderlijk, naieve systemen is reeds tientallen eeuwen oud, en dateert van enkele eeuwen vóór den aanvang onzer jaartelling. Het oudst bekende verplaatsingssysteem is dat van de door den Heer C. V. genoemde door de Grieken gebruikte scytale het oudst bekende vervangingssysteem is dat van Julius Ceasar. Daar de moderne chiffreermachines alle berusten op het principe van de vervanging, zal ik hier op andere systemen niet nader ingaan. Het Ceaser-systeem berustte op een eenvoudige verschuiving van de letters van het normale alfabet met een bepaald aantal (bijv. drie) plaatsen. Dit principe bestaat zij het ook in zéér gecom- pliceerden vorm nog heden ten dage het is dus a.h.w. de oer vorm van de zoogenaamde vervangingssystemen. Even oud als het gebruik van geheimschriften zijn de pogingen tot het ontsluieren van dezelve, welke pogingen zich sinds de middeleeuwen ontwikkelden tot een geheel afzonderlijke wetenschap. 70

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 74