moeten aangetrokken worden, evenals in 1877 Soeleiman uit Mon
tenegro. Deze veldtocht, waarin 140 000 Turken aan 250 000
Russen en Roemenen van eind Juni 1877 tot begin Januari 1878
het hoofd boden, doet zien, dat het Balkangebergte zich zeer wel
voor een harnekkige verdediging leent en de overschrijding geens
zins een snelle operatie belooft te zijn Hierbij diende Roemenië
bovendien niet alleen krachten af te zonderen ter bewaking van
het Zevenburgsche grensgedeelte, in het bijzonder tegenover
Kronstadt, doch ook ter dekking in de richting Nisj, terwijl Rus
land wel bereid zou gevonden zijn de richting Constantinopel
in te slaan.
Aan de hoofdoperatie moesten dus krachten
onttrokken worden ter bescherming van rug en
beide flanken. Daarbij bevond Sarrail zich hemelsbreed 400
K. M. meer zuidelijk, door berglanden van Roemenië gescheiden,
terwijl zijn leger nog weinig blijk had gegeven van offensieve
capaciteiten.
Ondanks al deze bezwaren, die door vele schrijvers lichtvaardig
over het hoofd worden gezien zouden wij nochthans deze
operatie bepleiten, ware er niet nog één factor, welke haar de
grootste bezwaren in den weg legde. Deze factor was de Oos-
tenrijksch-Hongaarsche Donauflotilje. Van Orsowa tot Roestsjock
toch beheerschten hare monitors de Donau, zonder dat de Roe-
meensche oorlogsvaartuigen zulks konden beletten. 2) Hoewel
het ons wil voorkomen, dat eenige krachtige oeverbatterijen het
optreden der Donauflotilje onmogelijk zouden hebben kunnen
maken, hebben de feiten evenwel bewezen, dat Roemenië er zelfs
in de meest kritieke momenten (manoeuvre van Roestsjock) niet
in slaagde tijdelijk en plaatselijk de Donau te beheerschen.
Hierdoor moet iedere gedachte aan een groot-
sche operatie tusschen Orsowa en Roestsjock
worden prijs gegeven en konden de Roemenen
slechts uit de Dobroedsja Bulgarije binnen
rukken.
Hunne legers zouden dan aanvankelijk slechts met één enkelen,
niet geheel voltooiden, spoorweg met het achterland verbonden
zijn geweest (Dobric-Medsjidia en verder naar Boekarest), terwijl
de Dobroedsja een arm, vooral waterarm gebied is. Bij het ver
der binnenrukken in Bulgarije zou zelfs deze enkele spoorweg
komen te ontbreken en eerst ter hoogte van Zimnitza een betere
verbinding worden verkregen.
Ondanks alle voordeelen dient de gedachte
aan een Roemeensche hoofdoperatietegen Bul-
7
Zie b. v. Snijders t. a. p. blz. 86 e. v.
2) Zie over de Roemeensche marine het oordeel van Stiénon
„Ni matériel, ni commandement, ni équipage en rien elle n'était preparée a la
guerre". („Le mystére Roumain" blz. 151).