83 Overige bijzonderheden betreffende de moderne organisatie der verschillende wapens en diensten troffen we helaas niet aan. Wat de zorg voor den militairen gezondheidsdienst betreft, ook daaraan wordt door de opperste leiding een bijzondere aandacht besteed De geschiedenis van vroegere oorlogen heeft bewezen, dat op iedere 4 man, die aan ziekte overleed, er slechts één sneuvelde door uitwerking van vuur- of slagwapen. Door uicgebreide maatregelen in het belang der gezondheid der troepen te treffen, als prophylaxis en anderszins, wist de legerleiding te maken, dat deze cijfers niet voor het Japansche leger golden. Gedurende den Kussisch-Japanschen oorlog toch sneuvelden, van de 1.200.000 man, die te velde waren, er 58.887 man in den strijd, slechts 27.158 slachtoffers werden door ziekten gemaakt. Vermeld vinden we dan ook en het is stellig ook een bewijs, dat de verpleging van den troep in het algemeen op een zeer hoog peil stond in het Japansche leger gedurende dezen oorlog, dat de sterkten der troepen-onderdeelen normaal 90 van de normale oorlogs sterkte bedroeg. D. RECRUTEERING. 1. Algemeene beginselen. De verplichte krijgsdienst eischt alle physiek geschikte mannen op vanaf hun 17e tot 40e levensjaar, om aan hun nationale plicht te voldoen. Ging in vroegere jaren de oproep der dienstplichtigen gepaard met groote feestelijk heden. waarbij de opgeroepenen van iedere stad of dorp door de overige be woners in optocht naar het station werden gebracht door de feestelijk ver sierde straten, het tegenwoordige jongere geslacht is niet zoo enthousiast om ingelijfd te worden, maar eenmaal onder de wapens is het eveneens een zeer geschikt soldatenmateriaal. „Among flowers the cherry, among men the warior" zegt een Japansche zegswijze. Van zijn 17e tot zijn 20e levensjaar heeft die militaire opleiding op de scholen plaats in den vorm van exercitiën en het hanteeren der wapenen. De diensten bij het staande leger (Jobi hei-eki) worden verdeeld ingen-eki (actieve dienst), Yobi-eki (le reserve) en kobi-hei-eki (2e reserve). Naast de diensten in het staande leger vinden we die bij de „hoju hei-eki (territoriale leger) en de „kokumin hei-eki" (nationale leger). De dienstplichtigen worden op hun 20ste levensjaar aan een onderzoek onderworpen en in 4 klassen naar aanleiding daarvan ingedeeld. De 1ste klasse is bestemd voor den actieven dienst. Normale diensttijd landmacht 2 jaar, idem marine 3 jaar. Voor hen, die den geheelen cursus op de Seinen Kunrensho (scholen voor militaire opleiding) hebben gevolgd is die diensttijd verkort tot 18 maanden; zij die een graad hebben behaald op de gewone scholen behoeven slechts 5 maanden op te komen. De studenten aan de middelbare en hooge scholen, die den cursus voor militaire opleiding op die scholen hebben gevolgd, behoeven, wanneer ze een graad behaalden op de middelbare scholen, slechts 12 maanden te komen, op de hooge scholen 10 maanden (Wet van 1 December 1927) Het systeem van één-jarige vrijwilligers verviel bij de wet van 30 Novem ber 1927. Na afloop van den len oefeningstijd worden de dienstplichtigen ingedeeld bij de le reserve voor 5 jaar en 4 maanden (marine 4 jaar). Na afloop daarvan bij de 2e reserve voor 10 jaar (marine 5 jaar) en eindelijk na ommekomst van dit tijdvak (in totaal dus normaal na 17 jaar en 4 maan den-, marine na 15 jaar) worden ze ingedeeld bij het nationale leger. De 2e kl. dienstplichtigen worden dadelijk bij het territoriale leger ingedeeld. Zij, die in de 3e klasse worden ingedeeld zijn vrijgesteld van opkomst. Zij, die in de 4e klasse worden ingedeeld, worden het volgend jaar weder onderzochtworden ze dan wederom in die klasse ingedeeld, dan zijn ze eveneens vrijgesteld van opkomst.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 87