94
In 3 wordt de verwachting uitgesproken dat dit werk een belangrijke rol zal
spelen in de verbetering van de opleiding in de oorlogschemie vanhetroode
leger, want„een in oorlogschemischen zin onvolkomen opgeleid leger kan
niet als modern worden beschouwd".
La Revue d'infanterie. No. 455 en 456. Augustus en September 1930
L' instruction du soldat en vue du combat", commandant Ouigues „Aangezien
het onderricht te geven gedurende de periode van opleiding van den en
kelen man, de groep en de sectie de basis vormt van de opleiding, behoort
daaraan ook de uitgebreidheid en de beteekenis te worden gegeven, welke ze
verdient. Aan dit onderricht kan men niet genoeg zorgen wijden".
Het nachtelijk werk wordt bijna het normale werk voor de infanterie
te "velde". „Dientengevolge zal de infanterist, meer dan welke andere strijder
ook, opgeleid moeten worden in het optreden bij nacht".
Mil. Wochenblatt. No. 10. September 1930. „Trefferprozente als Wert-
messer für Waffenwirkung „Uit de bij gevechtsschietoefeningen opgedane
ervaring, dat het trefferprocent voor geweerschutters goed, voor mitr. slecht
is, wordt vaak de les getrokken dat in het vuurgevecht, óók in de eeuw der
mitr. de geweergroepen een belangrijke rol zullen spelen. Dat is een drogre
den". „Het komt bij het vuurgevecht eerst in de tweede plaats er op aan,
met zoo weinig mogelijk munitie vele vijanden te dooden. Hoofdzaak is, met
inzet van weinig menschen, door krachtige en snelle werking den vijand
„kampfunfahig" te maken, vóór hij zijn wapens kan doen gelden".
Mavors. No. 10. October 1930. „De nieuwe opleiding tot reserve-officier
van gezondheid", E.E.T. Dulfer. Sedert 1 Augustus 1930 is in Nederland
opgericht de „School voor reserve officieren van den Oeneesk. Dienst (S. R.
O G D.). De aanwezige sterkte aan beroepsoff. van gez. is 49, de behoefte
aan off. van gez. bedraagt 1200, waaruit blijkt „dat de geneesk. verzorging
in oorlogstijd grootendeels op de res. off. van gez. rust". „Het onderwijs
omvat1. Vredes-en oorlogsorganisatiën van het Nederlandsche leger. 2. Begin
selen der tactiek. 3. Werking van den geneesk. dienst in tijd van vrede en
van oorlog. 4. Kaartlezen, terreinleer en oriënteering. 5. Militaire hygiëne, alsmede
geneeskundig toezicht op de lichamelijke ontwikkeling. 6. Opleiding en dienst
van het militair geneesk. hulppersoneel. 7. Chemische strijdmiddelen. 8. Mili
taire wetten. 9. Reglementen en dienstvoorschriften. 10. Dienstcorrespondentie.
11. Revo!ver(pistool)schieten'\
Mil. Wochenblatt. No. 13. „Der Unterfiihrer", kapitein Qallwitz. „De
arbeid bij de opleiding van den lageren aanvoerder is van dubbele beteekenis,
omdat hij vruchten voor het geheele volk zal dragen". „Moet het niet onze
heiligste plicht zijn onze lagere aanvoerders tot mannen op te leiden, die na
afloop van hun diensttijd als een geweldige stroom van kracht, plichtsbewust-
zijn en vaderlandsliefde het land binnengaat en het volk uit zijn verwardheid
en verdeeldheid weer tot nationale gevoelens, tot eerbied voor de wetten en
tot liefde voor den arbeid terugvoert? Dit is de schoonste, verstreikende en
dankbaarste beteekenis van het begrip aanvoerder".
Mil. Wochenblatt. No. 13. October 1930. „Die Nachtausbildung des
Rekruten". Een aanvang wordt gemaakt met de bespreking van 12 nachtoefe
ningen, waarvan er thans 5 worden genoemd, nl.1. zonder geweer; doel:
a. „Feststellung der Himmelsrichtungen" b. „Sichtübungen" 2. als voren
verder b. „unterscheiden von GerauschenGehörübungen"3. als onder 2.
verder b. „Vorführen von Lichtbewegungen"c. „Ziel erkennen beim Hoch-
schieszen von Leuchtkugeln"4 met geweer; herhaling van 3; verder „an-
schleichübungen"5. met geweer; marschoefening van 12 km. met herha
ling (tijdens den marsch) van het reeds geleerde.
Voorschriften.
De Militaire Spectator. No. 9.September 1930. „Enkele aanteekeningen
over het nieuwe Fransche voorschrift „Instruction provisoire sur le service en
campagne", kapitein W. Oosterveen. „Belangrijke wijzigingen hebben plaats