de vijandelijke hoofdmacht zich daarbuiten, onmachtig tot snel ingrijpen. Voor de Roemenen was het dus van overheerschend belang de Westelijke toegangswegen tot het begeerde gebied snel in handen te krijgen en stevig af te grendelen, teneinde vervolgens ongestoord te kunnen opmarcheeren Een blik op de kaart doet zien, dat de Zevenburgsche hoogvlakte naar het Westen afgesloten wordt door het Zevenburgsche Ertsgebergte en Bihar- gebergte en bereikt kan worden langs de ten N. en ten Z. daar van loopende dalen, waarbij troepenaanvoer zou moeten plaats hebben langs de bij Klausenburg en Mühlbach uitmondende spoorbanen. Laatstbedoelde baan, loopende in het Marosdal, lag bij Peski omstreeks 80 K.M van de Roemeensche grens en kon hier dus na enkele dagmarschen in handen der Roemenen geraken en daarmede onbruikbaar worden voor Centrale troepen verplaatsingen. Door daarop W. van Peski het Marosdal af te sluiten en een gelijke veiligheidsmaatregel te treffen tusschen Hatszig en Lugos, zou het Roemeensche leger ongestoord Zeven burgen kunnen binnenrukken en zich naar de lijn Bistritz-Klausen- burg richten ter bedreiging van den Centralen rechtervleugel. Den Centralen ware nu niets anders overgebleven dan troepen aan te voeren langs den spoorweg Boeda Pest-Klausenburg-Apahida en uit Gallicië over Czap-Apahida. Deze lijnen konden hoogstens voldoende geacht worden voor respectievelijk 15 en 8 treinen per dag 2), zoodat de samentrek king van een 15-tal divisies, te stellen op ruim 700 treinen voor troepen en een 500-tal voor de legertroepen, etappe-inrichtingen, enz ruim 50 dagen zou eischen 3) Lang vóór dezen tijd kon Zevenburgen evenwel vast in Roemeensche handen zijn en kon zich in de lijn Bistritz-Klausenburg een Roemeensch Russische stootgroep gevormd hebben, gereed voor het doorvoeren der operatie. Het Roemeensche operatieplan diende dus o.i. ten grondslag te heben a. Vermeestering en afsluiting, door een zoo krachtig mogelijke strategische flankdekking, van de Z. W. toegangen tot Zeven bergen b. Opmarsch van de hoofdmacht, naar het W. gedekt door genoemde flankdekking en de daar gelegen gebergten, naar de lijn Bistritz-Klausenburg: Bezien wij thans de verbindingen, welke den Roemenen hierbij ten dienste stonden. 9 2) In de practijk bracht eerstgenoemde baan het tot hoogstens 10 treinen per dag. 3) Een en ander berekend aan de hand van von Velsen „Die mil. Bedeu- tung der Eisenbahn und Wasserstraszen. Dargestellt am Feldzug in Ruma- nien 1916" „Wissen und Wehr" 1922 Heft 4.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 9