203
La Revue d'infanterie. No. 457. October 1930. Commandement des pe-
tites unites d'infanterie au combat", commandant Pamponneau. „De taak van bata
ljonscommandant in het gevecht is zóó zwaar, ingewikkeld, belangrijk, dat het
absoluut noodzakelijk voorkomt in zijn staf 2 officieren in te deelen". „De
„adjudant-major" moet de rechterhand zijn van den b. c.de „officier" de
renseignements" moet zijn „les yeux vigilants"; beiden moeten zijn door
drongen van de inzichten van hun chef, deze om hem voortdurend voor te
lichten te midden van de wisselvalligheden van het gevecht, gene om overal
hem bij te staan waar „une présence vivante serait nécessaire"
„De verschillende „organes de commandant" van het bataljon, de mitr. cie.,
de cie. „fuseliers-voltigeurs", de mitr. sectie en de inf. sectie worden be
sproken terwijl tevens het materieel, waarover in die organen wordt beschikt,
in beschouwing wordt genomen.
In hetzelfde nummer: Diversité dans I'organisation de la section d'infan
terie". Geeft een vergelijking, zooals die door den (Spaanschen) kolonel
Vaamonte in de „Mémorial de I'infanterie espagnole" is gepubliceerd, tusschen
de organisatie en het tactisch gebruik van de infanteriesectie in Spanje, Frank
rijk, Italië en Duitschland en waarin wordt geconstateerd dat de Sp. sectie,
met haar twee geweermitrs. niet over een voldoende vuurkracht beschikt
Tegenover elkaar worden gesteld de soepele gedachte van het D. reglement
en de stroeve idem van het Spaansche.
The Journal of the United Service Institution of India. No. 261.
October 1930. Maintenance in the Field", kapitein M.C.T. Gompertz. Onder
„Indian organization" vinden we o.a. aangeteekend„Nogmaals, terreinmoei
lijkheden maken het vooralsnog ondoelmatig het volle vertrouwen te schenken
aan „mechanical transport". Divisie- en „Field Ammunition Columns R. A."
zijn daarom als een schakel gehouden tusschen „2nd line M.T. en de eenheden.
En op dezelfde wijze zijn er twee „Reserve Pack Companies Animal Trans
port" als een schakel tusschen „2nd line M. T." en de troepenonderdeelen-
voor het geval de terreinsomstandigheden aan de M. T. beletten die troepen-
onderdeeleen te bereiken. Men kan derhalve zeggen dat aan het beginsel
van aanpassingsmogelijkheid de volle waarde werd gegeven; en in de
toevallig optredende omstandigheden is voorzien". „De Indian maintenance
organization" van een divisie bevat daarom Headquarters Divisional, Indian
Army Service Corps. 2nd Line M.T. Companies. One M. T. Company (Mobile
Repair Unit). Two Reserve Pack Companies A.T.".
De militaire Spectator. No. 10 October 1930 „De ontwikkeling der cava-
lerietactiek en de stand van het cavalerievraagstk in het buitenland"kritiek
door wielrijderenthousiast (zie ook I.M.T. 1931 blz. 97). Schr. wijst er op dat
een bataljon wielrijders ongeveer gelijke gevechtskracht bezit als een regi
ment huzaren, in landen waar beide wapens te gebruiken zijn. De verhouding
van de inf. tot eenheden lichte troepen in Nederland zou daardoor niet wor
den 8 tot 1 maar 4 tot 1. In een naschrift bestrijdt ritmeester Feenstra deze
verhouding door rekening te houden met 48 inf.-regimenten (72 bataljons zijn
echter in Ned. bestemd voor territoriale taken e.d. Zie ook: „De bloedarmoede
van het Nederlandsche Leger, inzonderheid van de Infanterie door gep. Luit.-
generaal W.E. van Dam van Isselt, eveneens in dit nummer van den M. S.
blz. 518).
Artilleristische Rundschau. No. 4. October 1930. Uber die verschie-
denen Kraftzugarten jür Artillerie"BUimner. Bevat gegevens omtrent moto
riseering der artillerie in de Vereen. Staten van N.-A. en Engeland.
Verbindingsdienst.
The Field Artillery Journal. September-October nummer 1930. „Infan-
ry-artillery liaison in combat"majoor L.E. fones. „Onder de tegenwoordige
omstandigheden kunnen veld-artillerie-verbindingsdetachementen niet voldoen
aan de eischen van hun opdacht, dank zij het tekort aan geschikte middelen
voor het eerste uitleggen van de volstrekt noodzakelijke lijnen naar de inf.
die gesteund moet worden tijdens een voorwaartsche beweging.