Op den 27en Februari d.a.v. keerden de troepen te Kotta Radja
terug, voor zoover zij niet in posten waren achtergelaten.
In April 1876 kwam nog een halfbataljon Barisan van Pame-
kasan op Atjeh aan.
De reeds eerder genoemde Majoor der Barisan Majang koro
werd voor zijn krijgsverrichtingen in Atjeh van 25 December 1875
tot 9 Maart 1876 bij K. B. van 24 Maart 1877 No. 5 begiftigd met
de eeresabel.
Den 13en Mei 1876 werden opnieuw operatiën
tegen de IX Moekim s ondernomen, waaraan werd deelge
nomen door 3 compagnieën van Soemenep, zijnde 1/3 van c'e
infanterie. Bij deze krijgsverrichtingen die duurden tot den 15en
Juli d.a.v. schijnt de houding van de Barisan niets te wenschen te
hebben overgelaten.
Toen de samenstelling van de 3 garnizoensbataljons langzamer
hand tot stand kwam en het 14e bataljon op Atjeh was aangekomen,
keerden de Barisankorpsen geleidelijk aan terug naar Madoera.
In Augustus 1876 vertrok het korps van Bangkalan van Atjeh
en m Februari 1877 volgden het korps van Soemenep benevens de
2 compagnieën van Pamekasan.
In December 1886 zouden wederom 2 compagnieën Barisan van
Bangkalan naar Atjeh vertrekken, ten einde 2 Inlandsche compa
gnieën van het 15e bataljon af te lossen. Ten gevolge van de vele
slachtoffers die de berD maakte, werden deze troepen in April 1887
naar Madoera teruggezonden, 70 man waren aan de ziekte be
zweken.
De Lombok-expeditie 18 9 4.
Hieraan werd deelgenomen door 3 compagnieën van Bangkalan,
ter sterkte van 14 Madoereesche officieren en 437 minderen, waarbij
nog ingedeeld 1 kapitein, 2 onderofficieren-instructeur en 27 man
kader van het leger benevens personeel van den geneeskundigen
dienst en de militaire administratie.
Zij vertrokken den 13en September 1894 naar Lombok. Tijdens
den aanval op Matarain op 29 September was een gedeelte van de
Barisan achtergebleven in het strandbivak, terwijl een ander ge
deelte ter dekking voor convooien was toegewezen.
Bij den aanval op Tjakra Negara op 18 November waren 2
compagnieën ingedeeld bij de reserve, zij zijn toen echter niet in
het vuur geweest, terwijl de 2 compagnieën, die den volgenden dag
uitrukten om het terrein te verkennen, niet in aanraking zijn geweest
met den vijand.
Opdelen 22en November rukte een colonne uit, bestaande uit het 6e
en 1 le bataljon benevens 2 compagnieën Barisan, met opdracht de
vorstelijke familieleden, die zich niet wilden onderwerpen, tot over
gave te dwingen.
123