troepen (Legioenen en Barisan). Welke hulp zij in 1811 verleend
hebben, is genoegzaam bekend, maar ook hunne hulp in een oor-
log tegen inlandsche vijanden was nooit, om vele redenen, bijzonder
groot, getuige de eerste en tweede Atjehsche expeditie als laatste
voorbeeld".
en verder
„Opmerkelijk is het, dat men, met de ondervonden teleurstelling
in het gebruik dier inlandsche benden, nog steeds stemmen hoort,
die voor de instandhouding dier troepenmacht ijveren. Is dan de
geschiedenis der Madoereesche Barisan zoo weinig bekend
alsmede
„Onze verwachtingen zijn te dien aanzien vooralsnog niet hoog,
en we juichen het plan tot opheffing der Madoereesche Barisan
om die reden toe, overtuigd als wij zijn, dat hun geschiedenis,
evenals zij geweest is, blijven zoude een lijdensgeschiedenis, waar
over men liefst een sluier werpen moet".
In een uitvoerige beschouwing „De Madoereesche hulptroe
pen van het Indisch leger" voorkomende in de Indische Gids van
1883, zegt de schrijver
„Welke waarde zoodanige Madoereesche landweer voor het In
dische leger heeft, is, na al de voorafgaande medegedeelde feiten,
niet twijfelachtig. Laten onze officieren, die als instructeur en sedert
1873 bij de gemobiliseerde barisan gediend hebben, eens hun oor
deel kenbaar maken over de militaire waarde dezer korpsen en
men zal nog verrassender feiten vernemen. Waarom werd 'hun
oordeel nooit gevraagd In vredestijd verre van compleet en, ten
gevolge van de wijze, hoe de manschappen door het inlandsch be
stuur bij elkander^ worden gehaald, tevens voor een aanzienlijk
gedeelte uit oude lieden samengesteld, kan die waarde wanneer
de korpsen zooals tusschen 1873 en 1878 herhaaldelijk gebeurde,
moeten worden gemobiliseerd en dan natuurlijk zoo spoedig moge
lijk op compleet, men vrage echter niet hoe, gebracht niet groot
zijn. Voor militaire belangen behoeft de Madoereesche barisan niet
langer in stand te worden gehouden. Aan hulptroepen van haar
gehalte heeft het Indische leger in tijd van nood weinig".
Na dien tijd echter spreken vele schrijvers zooals uit andere
bijdragen in dit nummer ook wel zal blijken geheel andere taal,
een taal welke meer overeenkomt met hetgeen in den Volksraad
tot uiting kwam.
Al mogen we bij de beoordeeling van een en ander niet het oog
sluiten voor de omstandigheid, dat in de latere jaren, de Barisan-
korpsen minder voor daadwerkelijke actie tegen een ernstigen vijand
134