karakter, dan nog bestaat er geen reden om hem wat materieele inkomsten betreft gelijk te behandelen met den beroepssoldaat. 3. Wanneer men barisanonderdeelen gaat benutten om ze voor langen tijd te gebruiken voor diensten buiten Madoera, dan ver vallen alle voordeelen van de goedkoopere organisatie. Zelfs bestaat er reden voor de veronderstelling, dat een zoodanig gebruik van nadeelingen invloed zal zijn op de werving der barisans. Het vraagstuk van de uitbreiding van de Barisankorpsen wordt voorts beïnvloed door twee belangrijke factoren. Voor de handhaving van orde en rust in den Archipel, de pri maire taak van het leger, is dit laatste verdeeld over den geheelen Archipel. De ervaring heeft geleerd, dat er een zekere verhouding moet bestaan tusschen de sterkte van de troepen op Java en die in de Buitengewesten n.l. een zoodanige verhouding dat een gere gelde aflossing van beide groepen gewaarborgd is. De huidige toestand beantwoordt ten naaste bij aan dezen eisch, doch men hoorde reeds stemmen opgaan dat, b.v. bij uitbreiding van de bezettingen op Balikpapan en Tarakan, (zie de Volksraad verslagen betrekking hebbende op de uitwerking van de defensie grondslagen) die verhouding zeker verloren zou gaan. Vast staat dus wel dat de troepen op Java geen vermindering kunnen ondergaan. De Barisans zijn om de hierboven ontvouwde redenen in normale tijden niet buiten Java aan te wenden, althans het zou een gevaar lijke proefneming zijn ook met het oog op de aanvulling van de korpsen. Bovendien zouden, stel dat de mogelijkheid wel bestond, de vorengenoemde voordeelen van het barisanverband (bijverdien sten, vertoeven in eigen omgeving, geen kazernetucht) worden prijs gegeven. Men zou dan v/el moeten komen tot een geheel andere materieele behandeling, met als gevolg gelijke kosten als andere legeronderdeelen. Beschouwt men het aldus dan heeft uitbreiding van het Barisan- instituut geen zin. Uitbreiding van de korpsen zou derhalve alleen kunnen worden aanbevolen wanneer op Madoera behoefte zou bestaan aan meer machtsmiddelen (waar het op het oogenblik niet naar uit ziet) of als men van meening is, dat de huidige sterkte van het beroeps leger op Java onvoldoende is en zich dus gevallen kunnen voordoen dat suppletie, b.v. door barisanonderdeelen tijdelijk op Java te benutten, noodzakelijk blijkt. Zou dit het geval zijn, dan zou uitbreiding van de barisan korpsen zijn te overwegen, voor zoover de huidige sterkte een der gelijke suppletie niet mocht toestaan, wat ook alweer niet voet stoots kan worden aangenomen. 143

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 40