Rest de tweede taak van het leger n.l. de neutraliteitshandhaving.
Zou hiervoor uitbreiding noodzakelijk blijken, dan zou het nut
hebben de vorming van reserveformaties in het oog te vatten.
Uitbreiding van de Barisankorpsen zou daartoe een weg
openen, onder voorbehoud, dat de barisans, ondanks hunne minder
volkomen encadreering en dit bezwaar klemt als gezegd te
meer bij den strijd tegen vreemd geweld voor die taak met nut
zijn aan te wenden. Dit zal bij de komende reorganisatie van het
leger overwogen kunnen worden.
Trouwens de Regeering deed bij de beantwoording van de voren
behandelende rede van den heer Kertoamidjojo reeds blijken, dat
Zij de aangevoerde argumenten gaarne in beschouwing zal nemen
in het verband van de geheele legerorganisatie, zooals deze op de
nieuwe grondslagen zal worden opgebouwd.
Al deze beschouwingen gelden ook als we een tweede pleidooi
in den Volksraad gehouden, n.l. door den heer Suermondt, bij de
behandeling van de „Uitwerking van de defensiegrondslagen" in
het voorjaar van 1930, in den kring van ons betoog opnemen.
De heer S. merkte toen het volgende op
„Ten slotte, Mijnheer de Voorzitter, nog één punt, dat in de voor
bereidende stukken slechts zeer terloops is genoemd, n.l. de kwestie
van de barisans. Nu Soerabaja als vlootsteunpunt wordt gehand
haafd, staat het ook buiten allen twijfel vast, dat een 'gebeurlijke
vijandelijke actie, voorzoover die verder gaat dan Tarakan en Ba-
likpapan zich zal richten op Soerabaja. Dit beteekent ook, dat
Madoera tooneel van den strijd zal worden. Ik wil hierbij wijzen op
het merkwaardige verschijnsel, dat wij in de Madoereesche bari
sans hebben. Het ontstaan van deze troepen is bekend. Zij stammen
af van de destijds bestaande inheemsche legertjes van de Madoe
reesche Zelfbestuurders. Het eigenaardige van de bevolking daar is,
dat zij zoo goed als niet te vinden is voor vrijwillige dienstneming
in het leger, terwijl men zeer gaarne dient bij de inheemsche corp
sen barisans. Nu echter het land dezer bevolking, n.l. Madoera,
tooneel van den strijd zal worden, zou het toch wel gewenscht
zijn, indien deze corpsen werden uitgebreid, desnoods door middel
van het mogelijk maken en zelfs bevorderen van korter dienst
verband aan personeel dat zich vrijwillig verbindt voor reserve
plichten. Vooral wanneer aan die reserveplichten eenige voordeeleu
zouden~~worden verbonden, is te voorzien dat deze maatregel een
groot succes zal hebben. Ik weet wel, dat het den orthodoxen mili
tairen heel wat moeite zal kosten dit denkbeeld te aanvaarden,
maar toch is dit denkbeeld slechts het bekende voortbouwen op
plaatselijke instellingen, dat zulk een belangrijk onderdeel vormt
van het koloniale overheidsbedrijf. Het wordt bij eiken diensttaak
144
ïH