8. DE VELDTOCHT IN ROEMENIË.
(28 Aug. 1916-15 Jan. 1917).
{vervolg zie I. M. T. 1931 no. 1.)
M. R. H. CALMEYER.
Ie Luitenant der Inf. Ned. leger, werkzaam
onder de bevelen van den Chef Gen. Staf.
III. HET OPERATIEPLAN DER CENTRALEN.
(met een kaart en een calque)
a. De operatieve maatregelen en plannen der
Centralen vóór den oorlog.
In den loop der beide eerste oorlogsjaren was het duidelijk
geworden, dat Roemenië vast besloten had den Wereldoorlog ten
eigen bate uit te buiten, door zich tijdig bij de overwinnaars
aan te sluiten. Langen tijd mochten de Centralen daarbij nog
hoop koesteren den vroegeren bondgenoot aan hunne zijde te
zien treden, doch toen in den zomer van 1916 het Cen
trale Oostfront begon te wankelen, werd het duidelijk dat Roe
menië zich aan de andere zijde zou scharen.
De Centrale legerleidingen rekenden daarbij op een Roemeensch
offensief tegen het begeerde Zevenburgen en een defensieve
houding in het Zuiden. De gespannen toestand, waarin de Cen
tralen overal verkeerden (Somme, Verdun, Görtz, Gallicië, Kar-
pathen), verhinderde hen evenwel zich krachtig op het dreigend
gevaar voor te bereiden. Hoewel de Chef van den O. H. Gen.
Staf, Conrad von Hötzendorf, den toestand ernstig in zag, moest
hij zich vergenoegen met in Zevenburgen eenige brigades te vor
men uit Landstorm- en Etappetroepen en de tot 3 bats. samen
gevoegde mijnwerkers van Petrozeny, alles dus formaties van
geringe gevechtskracht. Als kern werden hierachter opgesteld een
I. D. en een C. D., die beide aan het Oostfront zwaar gehavend
EEN CRITISCH-STRATEGISCHE STUDIE
door
Zie schets 1 in I. M. T. no. 1.
152