gangen dezer dalen concentreeren, terwijl bij Klausenburg verwacht kon worden deze plaats vóór de Roemenen te bereiken. In N. Bulgarije was Mackensen o. i. voorloopig te zwak om over den Donau Roemenië binnen te dringen en diende zich dus voorhands te bepalen tot een demonstratieve taak. De be trekkelijk zwakke krachten, welke de Roemenen evenwel onvoor- zichterwijze over de Z. Dobroedsja versnipperd hadden, konden hierbij worden aangegrepen en partieel verslagen. Het plan dat de Centrale legerleiding bij den aanvang der vijandelijkheden voor oogen moest staan, doch dat zich natuurlijk moest aanpassen aan de binnenloopende gegevens omtrent den vijand, diende o. i. dus te luiden „Vertraging van 's vijands opmarsch in Zeven burgen, in het b ij zonder langs de spoorwegen P e t r o z e n y-P e s k i en Hermannstadt Mühlbach. Concentreering van 2/3 der beschikbaar ko mende krachten bij de Z. W. toegangen tot Zeven burgen, zoover O. als de vijand dit toelaat, en van '/3 O. van Klausenburg. Daarop binden van den vijand in het N. en een krachtigen stoot toebrengen over Peski-Mühlbach-Hermannstadt-Kronstadt. In N. Bulgarije de Roemeensche strijdkrachten in de Z. Do broedsja vernietigen en vervolgens de Donau offensief verdedigen, daarbij door demonstratief optreden krachten bindend". Vergelijken wij hiermede thans het Centrale operatieplan, met bijbehoorende concentratie, zooals zich dat inderdaad ontwikkeld heeft. c. De ontwikkeling van het Centrale operatie plan na het begin der vijandelijkheden. Uit de berichten, welke in de eerste dagen na de oorlogsver klaring bij het O. H. Hoofdkwartier binnen kwamen, bleek, dat de Roemenen door vrijwel alle passen Zevenburgen binnenrukten en dat het den dekkingstroepen slechts in den Gyimespas (in de Karpathen) gelukt was de kunstwerken in de spoorlijn belang rijk te vernielen, terwijl deze overal elders vrijwel onbeschadigd in 's vijands handen waren gevallen. Eerst in de lijn Maros-Kleine Kokel, welke eenigszins versterkt was, mocht men er daarom op rekenen den Roemeenschen op marsch belangrijk te vertragen. De Duitsche legerleiding, welke bij de Conventie van 6-9-'16 in den persoon des Keizers de „Oberste Kriegsleitung" 2) over alle Centrale legers verkregen had, besloot dan ook op te doen marcheeren achter de lijn: Karansebes-Marosillye-Apahida. De dekkingstroepen kregen opdracht de Z.W. toegangspoorten tot 157 Zie schets 3. 2) Verder aan te halen als „O. L. L."J(Opperste Leger Leiding).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 54