kenningsopdrachten en artilleriewaarneming gerust toevertrouwen, mits men met de opleiding van het personeel daarmee rekening heeft gehouden. Dan zijn ook geen verkenningsvliegtuigen noodig; dan zijn verkenningsvliegtuigen een luxe, die alleen een zeer groote luchtmacht zich kan permitteeren. Het totaal aan vliegtuigen, dat wij in de lucht kunnen brengen, bepaalt hoe ver wij met specialiseering mogen gaan. De behoef te aan speciaüseering is onbegrensd en nooit te bevredigen. Hoe ver wij mogen gaan, hangt af van het aantal eenheden, waarmee wij werken. Hier zijn die eenheden vliegtuigen, en het zal dus aanmerkelijk verschil maken, of we 1000, 100 dan wel 10 vlieg tuigen hebben. De eischen, die aan hulpdiensten gesteld worden, stijgen naarmate de specialiseering verder wordt doorgevoerd. Die eischen zijn relatief grooter bij een kleiner aantal vliegtuigen doch in dat geval neemt juist het nut van specialiseering af. Dus in onze verhoudingen dienen wij ons in specialiseering te beperken. Daarom zouden wij, voor het geval we konden, werken met een honderdtal eenheden, een specialiseering in 2 typen wen- schen, en niet meer. Dat zouden dan om hier boven genoemde redenen bommenwerpers en jagers moeten zijn. Ook bij een kleiner aantal eenheden, bijv. een 50 vliegtuigen, zouden wij dat willen doorvoeren. Gaan wij echter nog meer naar beneden en brengen wij niet meer dan een 20-tal vliegtuigen in de lucht, dan wenschen wij niet meer dan één type, en dat zouden dan jagers moeten zijn. Dezen wordt dan de uitvoering en bescherming van verkennings opdrachten enz. en de aanval op gronddoelen (slagaanval) toe vertrouwd. Van bombardement moeten wij dan afzien. Uitslui tend bommenwerpers zouden in dat geval te veroordeelen zijn. Op het moment, dat zij hun bommen zullen afwerpen op een landenden vijand, zijn zij rechtstreeks in gevecht met vijandelijke jagers (tenzij zij buitengewoon geluk hebben), omdat zij dan geen bescherming hebben en daardoor wordt de trefkans veel ver minderd. Vijandelijke vliegtuigen doen daarentegen precies wat zij willen. Bovendien zijn jagers veel minder kostbaar, zoowel wat per soneel als materieel betreft. Indien wij bij een grooter aantal vliegtuigen zoowel bommen werpers als jagers hebben, en we lijden verliezen, dan moet het de bedoeling zijn om op den duur in hoofdzaak jagers over te houden, want, zooais wij zooeven opmerkten, bij een klein aantal vliegtuigen geven wij aan jagers de voorkeur. Vandaar dat wij in den aanvang van een oorlog meer jagers dan bommenwerpers wen schen, want wij hebben geen speciale reden om te verwachten, dat de bommenwerpers meer verliezen zullen lijden dan de jagers, 166

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 63