10. ENKELE AANTEEKENINGEN OMTRENT HET TACTISCH GEBRUIK DER ARTILLERIE. door H. Th. VAN GOOR. Majoor der Artillerie. Alvorens tot de bespreking over te gaan van eenige artilleris- tische onderwerpen, die voor sommigen tot verschil van meening aanleiding kunnen zijn, zij het mij vergund mede te deelen, dat de toepassing der beginselen, welke het optreden van den bericht- officier bepalen, neergelegd in mijn artikel „Samenwerking infan terie artillerie" 1. M. T. 1930 No. 3 blz. 209 in de praktijk tot alleszins bevredigende resultaten hebben geleid. Zooais uit vorengenoemd artikel kan zijn gebleken, is de functie van berichtofficier een zoo moeilijke, dat deze dringend behoefte heeft aan een instructie, waardoor hij precies weet, waaraan hij zich heeft te houden. Het volgende ontwerp voor een zoodanige instructie volgen, moge ik ter beproeving aanbevelen. INSTRUCTIE VOOR DEN BERICHTOFFICIER. Ie. Hij moet bekend zijn met: a. piaats batterijen. b. beschikbare (toegestane) hoeveelheid munitie. c. waarnemingsmogelijkheden. d. punten (strooken) waarop vuur wordt voorbereid. 2e. PlaatsC. P. van den commandant aan wien hij is toege voegd alleen bij noodzaak verwijderen. 3e. Vuuraanvragen. a. overbrengen in geschikten vorm, eenvoudig maar duidelijk. b. te voren nagaan of de uitvoering mogelijk is. c. z. n. opgeven waar voorste eigen troepen zich bevinden en er z. n. op wijzen dat deze minstens 300 m. van het doel blijven tot het vuur geregeld is. d. z. n. tijd opgeven vereischt alvorens de aanvraag tot uit voering kan komen. e. indien zulks niet heeft plaats gehad door een hooger commando regelt hij in verband met c. en d. te voren In de laatste zinsnede van dit opstel, verduidelijkt schrijver zijn uit spraak. Red. 168

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 65