voor het inschieten, projectielsoort (b.v. bij concentratie vuren 2 batterijen met G. en 1 met G. K.) of vuurtempo voor het uit- werkingsvuur, duur van het uitwerkingsvuur. Ook dit zal veelal bepaaldelijk plaats hebben bij concentratie vuren. Wat vuurregeling is, vindt men nauwkeurig omschreven in punt 29 (2). Dit zegt omtrent den A. G. C. „Hij oefent de vuurregeling uit door de werkzaamheden zijner artillerie te regelen, gewoonlijk door aanwijzing van doelen, bij uitzondering door aanwijzing van te bewaken strooken, door het eventueel opvolgend inzetten der onderdeden naar gelang van de behoefte en door het desvereischt concentreeren van het vuur van meer dan een batterij op eenzelfde doel of doelgedeelte (regeling van het inschieten) door toezicht te houden op de verrichtingen der onder hem gestelde Afd. en (of) B. Cn., door het z. n. doen versterken, vertragen, onderbreken of heropenen van het vuur zijner onderdeden en door het regelen van het munitie verbruik". Zooals uit deze aanhalingen blijkt, laten de voorschriften geen verschil van opvatting bestaan ten aanzien dezer aangelegen heid. Moet men nu aan een A. G. C., belast met den rechtstreekschen steun dan maar overlaten, hoe hij dien steun zal verleenen Wie zou zulks durven beweren Hiervoor dient nu juist de samenwerking, waarover ik uitvoerig schreef in I. M. T. 1930 No. 3 blz. 201. Die samenwerking dient om een inf. onderdeel, dat een bepaalde taak moet uitvoeren en de artillerie, die haar daarbij moet steunen, met elkander in overeenstemming te doen handelen ter bereiking van het gevechtsdoel, waarvoor noodig is een doorloopend overleg. Doch nimmer kan zulks aanleiding zijn de vuurregeling der artillerie in handen te leggen van den te steunen inf. commandant, gelijk zulks door sommigen wordt voorgestaan, doch wat volkomen in strijd is met onze zeer duidelijke voorschriften, die wat deze materie betreft allesbehalve uit den tijd zijn. Bespraken wij vroeger de samenwerking meer in het algemeen, in hoofdzaak de grondprincipen dus, thans komt het mij zeer gewenscht voor meer in enkele details af te dalen en daarbij onderscheid te maken tusschen het artillerievuur in den aanval en artillerievuur in de verdediging. Bij deze bespreking zal ook herhaaldelijk de kwestie „con centratie of geen concentratie" ter sprake komen en zal blijken, dat door mij wordt ingestemd met het oordeel van kapitein C. G. van Mourik 1. M. T. 1927 9 t/m 12, als deze waarschuwt tegen een overdreven gebruik van vuurconcentraties en concludeert, dat ze niet de normale vuurwijze zijn, noch voor alle gevallen kunnen dienen. 174

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 71