worden beoefend. Waar evenwel niet genoeg tegen gewaarschuwd kan worden, is dat de infanterie eerst probeert, of ze het alleen af kan, om als de aanval dreigt dood te loopen eerst vuur te vragen. In de eerste plaats heeft ze dan reeds onnoodige ver liezen geleden, secundo is het zeer wel mogelijk, dat het vuur niet meer kan worden afgegeven, omdat bij vuuropening 300 a 400 M. aistand van het doel wordt vereischt en als het toch wordt afgegeven, de voorste troepen, aan wie het niet meer van te voren is bekend gesteld, intusschen in de gevaarlijke zone zijn doorgedrongen, tertio is het de vraag, of de troepen die door vuur tot staan zijn gebracht, nog wel dadelijk hun offensief kunnen hervatten en het élan niet is gebroken. Een ander bezwaar doet zich voor als de inf. een ander vuur vraagt als het vooraf voorbereide, en waar de batterijen intus schen voor gericht staan. Natuurlijk kan zulks noodig zijn, maar het geeft groot tijdverlies, vooral het overtelefoneeren er van. Een eenvoudige verandering eischt dikwijls al een heel verhaal van berichtofficier aan A. G. C., van dezen aan zijn Afd. Cn., B. Cn., O. Cn., waarna in de batterijen nog richting en gereedge zette munutie moet veranderen. Men doe dit dus niet lichtvaardig, en neme liever genoegen met een iets minder passend vuur terwille van de snelheid. Bovendien zal in de meeste gevallen zulk een wijziging evenals het afgeven van een niet voorbereid vuur in den werkelijken oor log (manoeuvre toestanden zijn heel anders) niet mogelijk zijn, althans niet in dit stadium van hevig vuren, waar de beslissing wordt bevochten. Voor wat betreft het tot stand komen van deze vuren zij nog het volgende opgemerkt. De verdeeling van de werkzaamheden is het eenvoudigst indien de lnf. Cdt. tijd, tijdsduur en plaats van het vuur bepaalt, de A. G. C. de rest, nl. de inzet der benoodigde kracht (i c. meestal alles), vuurtempo (volgt uit berekening en het vermogen) en de uitvoering: Alleen tijd, tijdsduur en plaats behoeven in het aanvalsbevel met enkele korten woorden te worden opgenomen. Wordt vervolgd). 179

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 76