11. HANGBRUGGEN. door P. PROOST, Kapitein der genie. (met 2 schetsen). Het I. M. T. No. 9 van 1923 bevatte een artikel van mij over het slaan van een hangbrug over de Tjitaroem. Ik zou dit artikel thans a. h. w. willen „vervolgen" door nog eenige algemeene beschouwingen over dit soort bruggen in zijn verschillende typen te geven, om daarna meer speciaal de aandacht der lezers te vragen voor eenige permanente hangbruggen, welke in de laatste jaren door de genietroepen in de Preanger gebouwd werden. In Indië, met zijn groot aantal bandjirrende rivieren, die eener- zijds het slaan van bruggen met vaste of drijvende ondersteuningen alleen in den drogen tijd veroorloven (in welken tijd die brugslag dikwijls nog een riskant bedrijf kan zijn), terwijl anderzijds de diepte van de ravijnen het bouwen van dergelijke bruggen on mogelijk of ongewenscht kan maken, zal men vaak voor het feit komen te staan, dat slechts één brugtype mogelijk is, nl. de hangbrug, welke in staat stelt een rivier of ravijn zonder tus- schensteunpunten (hetzij vaste of drijvende) en meer of minder hoog boven het water te overbruggen. Op den voorgrond moet wel gesteld worden, dat een hangbrug voor permanent werk, vaak ook om der kosten wille, boven een vaste brug gekozen wordt, hoewel ze het bezwaar heeft van min dere stabiliteit zoowel in vertikalen als in horizontalen zin, als gevolg van de schommelingen, veroorzaakt door de mobiele be lastingen en den winddruk in verband met de veerkracht der kabels, tegen welke invloeden dus z.m. maatregelen zullen moeten worden genomen. Ook de pioniers zullen in het slaan van hangbruggen bedreven moeten zijn, omdat zij evenals de civiele bruggenbouwer dikwijls in dit brugtype de eenige mogelijkheid van brugslag zullen vinden. Wij onderscheiden drie soorten hangbruggen A. hangbruggen met lage ophangpunten B. hangbruggen met hooge ophangpunten C. kreebruggen 180 ALGEMEENE BESCHOUWINGEN.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 77