Door die hijaten kan aan bedoelde cijfers slechts weinig waarde wor
den toegekendzij leeren ons niet veel meer dan dat het rijstverbruik
over de jaren 1856-1900 is afgenomen, doch voor wat er na
het jaar 1900 heeft plaats gehad, zijn wij aangewezen op de
cijfers van 1916 en later, welke geen plaats laten voor de uitspraak
van Dr. Rutgers dat het rijstverbruik per hoofd gestadig afneemt.
Mijn, bij gebrek aan goede gegevens van voor dien tijd, op
de statistieken van 1916 en later gebaseerde meening, dat het
rijstverbruik per hoofd toe- noch afneemt, doch wisselvallig is,
vind ik thans bevestigd door onderstaande grafiek, voorkomende
in de November-aflevering van het Tijdschrift voor Economische
Geographie („De voedselvoorziening van Nederlandsch-Indië"
door M. J. van den Brand). De schrijver trekt daaruit de con
clusie dat de rijstconsumptie per hoofd sinds 1916 niet vermin
derd is.
110
100
186